e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
halfdiep ploegen akkeren: a.kǝrǝ (Simpelveld), akkeren voor groent: akǝrǝ vø̄r grø̄nt (Margraten), belken: bęlǝkǝ (Doenrade), droten: drutǝ (Kuringen  [(in de lente)]  ), drūǝtǝ (Hasselt), drǫu̯tǝ (Hopmaal  [(bewerking van een akker waarop bieten hebben gestaan)]  ), een beetje fatsoenlijk bouwen: ǝn betjǝ fǝsunlǝk [bouwen] (Mook  [(niet diep - wel netjes)]  ), een halfvoor akkeren: ǝn [halfvoor] ákǝrǝ (Aalst, ... ), een halfvoor varen: ǝn [halfvoor] vǭ.rǝ (Overrepen), een halve akkervoor varen: ǝn [halve akkervoor] vǭ.rǝ (Waltwilder), halfdiep ombouwen: halǝf˱dēp [ombouwen] (Kronenberg  [(werd ter plaatse niet gedaan)]  ), klammen: klamǝ (Margraten), niet te diep bouwen: ni tǝ dīp˱ [bouwen] (Siebengewald), omploegen: [omploegen] (Heythuysen), schoon bouwen: sxuǝn [bouwen] (Lottum), van de harde voor ombouwen: van dǝ hardǝ vōr {ombouwen] (Ottersum  [(zonder voorbewerking)]  ), van de stoppel ombouwen: van dǝ stǫpǝl [ombouwen] (Ottersum), voor de herfst ombouwen: vør dǝn hɛrǝfs [ombouwen] (Lottum  [(voor nagewas)]  ), voorploegen: vy ̝ǝr[ploegen] (Cadier) Men kan een akker, zodra het (eerste) gewas eraf is, zonder voorbewerking met een halfdiepe voor omploegen voor het volgende gewas of om hem daarna te eggen, te bemesten en diep om te ploegen. Voor (delen van) varianten in de (.. .)-vorm zie men de lemmata pleogen en halve voor. [N 11A, 110c + d; JG 1b add.; monogr.] I-1