e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
iemand van de ijsbaan glijden omsleuren: Séves sleurder dei kinnekes um: dadelijk glijdt je die kleintjes omver, gùt ginner mér sleure, ga ginder maar glijbanen.  umsleure (Zolder), uitslepen: oessjliefe (Kerkrade), uitslieren: oetsjleere (Geleen), oetsjleiere (Sittard, ... ), Note v.d. invuller:  oetsjleiere (Sittard) Baantje glijden [siddere, slibbere, sleure, kejje]. [N 07 (1961)] || Iemand laten vallen, pootje breken (op ijsbaan). || Iemand op een glijbaan ten val brengen. || Iemand van de ijsbaan glijden. || Omslieren: al glijdend op het ijs doen omvallen. || Uitglijden; iemand van de glijbaan duwen. III-3-2