e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraan van de metalen gierton beerkraan: [beer]krān (Bocholt), [beer]krǭǝn (Neerpelt), bruis/broes: brūs (Sittard), bruizer/broezer: brūzǝr (Lottum, ... ), citernespreider: sǝtē̜rspręi̯ǝr (Mesch), citerneverspreider: sitē̜rvǝršpręi̯ǝr (Vaals), gierkraan: [gier]krān (Schinveld, ... ), gierspreider: [gier]špręi̯ǝr (Eckelrade, ... ), klep: klęp (Aijen, ... ), klɛ ̝p (Mechelen, ... ), kraan: krau̯ǝn (Stokrooie), krān (Aijen, ... ), krāǝ.n (Zepperen), krō ̞n (Berg, ... ), krō ̞ǝn (Achel, ... ), krǫǝn (Eksel, ... ), krǭ.n (Lummen, ... ), krǭn (Berverlo, ... ), krǭǝ.n (Alken, ... ), krǭǝn (Aalst, ... ), kr˙ān (Alken, ... ), kraanplaat: krānplā.t (Haelen, ... ), kraanverspreider: krānvǝršpręi̯ǝr (Hoensbroek), lepel: lē̜pǝl (Wijlre), lip: lep (Margraten, ... ), løp (Koersel, ... ), pomp: po.mp (Stokrooie), schoep: sxūp (Aijen), schupje: šø̜pkǝ (Houthem), sleutel: slø̄tǝl (Kerkhoven), slodderaar: šlodǝrē̜r (Klimmen), slot: slō.t (Heusden, ... ), šlǭ.t (Nunhem), sluis: slǭs (Kuringen), sneut: snø̄t (Hout-Blerick), sprei(d)blad: šprei̯blā.t (Margraten), spreider: spręi̯ǝr (Boekend, ... ), špręi̯ǝr (Gulpen, ... ), spritskraan: špritskrān (Brunssum), sproeier: sprui̯ǝr (Geulle, ... ), šprui̯ǝr (Dieteren, ... ), spruis/ sproes: šprūs (Buggenum), spruits: šprø̄ts (Terwinselen), spruizer/sproezer: šprū.zǝr (Tegelen), spuiter: špø̜i̯tǝr (Posterholt), vanne: ván (Koersel), verdeler: vǝrdē̜lǝr (Middelaar), verspreider: vǝršpręi̯ǝr (Borgharen), waaier: wɛ̄i̯ǝr (Montfort), waterkraan: wātǝrkrān (Rumpen), weerstand: wē ̞ǝrštant (Margraten), zeikkraan: [zeik]krān (Hoensbroek, ... ), [zeik]krǭn (Herderen, ... ), [zeik]krǭǝn (Heers, ... ), zeikspreider: [zeik]spręi̯ǝr (Blerick), [zeik]šprēi̯ǝr (Eys), [zeik]špręi̯ǝr (Susteren), zeikstuk: zēkstøk (Lummen) De kraan van de zinken gierton bestaat uit een korte, met een schuif of klep te sluiten buis, die van achteren voorzien is van of zich voortzet in een schuine of opgebogen lip of plaat. Als de kraan geopend is, stroomt de gier uit de ton tegen deze lip op waardoor zij zich in een wijde boog verspreidt. De in dit lemma opgenomen termen hebben achtereenvolgens betrekking op de kraan, het sluitstuk als geheel, het gierverspreidend onderdeel daarvan en de schuif of klep waarmee de kraan geopend en gesloten wordt. [JG 1a + 1b; N P, 6; N 11A, 54c; monogr.] I-1