e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nerf van de weide bovenste laag: byvǝstǝ lǭx (Maaseik), erf: ɛ.rf (Nederweert), ɛrǝf (Beringen, ... ), ɛ̄rǝf (Achel), erft: ɛrft (Maasmechelen, ... ), gras: [gras] (Beringen, ... ), grasbed: grās˱bęt (Haelen), graslaag: [gras]lǭx (Berg, ... ), [gras]lǭǝx (Gingelom, ... ), grasmat: [gras]mat (Baarlo, ... ), grasplaai: grasplāi̯ (Mechelen), grasris: (mv)  grā.srešǝ (Sittard), graszode: [gras]zōi̯ (Thorn), [gras]zǭi̯ (Middelaar), graszool: grās˲zōl (Neeritter), groes: grus (Kiewit, ... ), grōs (Grathem, ... ), grūs (Blitterswijck, ... ), grūu̯s (Koersel), grūǝs (Beverst, ... ), grǫu̯s (Geulle, ... ), gǝrus (Diepenbeek), ris: res (Achel, ... ), reš (Sittard), rēi̯ǝs (Borgloon), rē̜i̯s (Opheers), ręs (Halen, ... ), ręš (Lanklaar), (mv)  resǝ (Neer), rēšǝ (Waubach), rislaag: reslǭx (Kessenich), ros: rǫs (Tegelen), (mv)  rø̄s (Helden), rus: røs (Heppen, ... ), vilt: velt (Gruitrode), vølt (Berverlo), waas: wās (Margraten, ... ), wātš (Bocholtz, ... ), wōs (Gronsveld), wǭs (Oost-Maarland), w˙ās (s-Gravenvoeren, ... ), weizool: węi̯zǭl (Blitterswijck, ... ), zode: zode (Guttecoven), zō.i̯ (Maastricht), zōi̯ (Achel, ... ), zoog: zōx (Puth), zool: zǭl (Swalmen) Begroeide bovenlaag van wei- of hooiland; grasmat, graslaag. Zie ook de lemma''s ''nerf van de akker'' en ''groes'', ''met gras begroeide grond'' in de aflevering over de Landerijen. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) ''gras'' het lemma ''gras''. [N 14, 51; N 18, 12 add.; monogr.] I-3