e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schuld zonder papieren afspraak: een aafsjpraak (Oirsbeek), belofte: ps. omgespeld volgens Frings.  bəloftə (Lummen), duistere schuld: dūūster sjōūt (Swalmen), erewoord: ps. omgespeld volgens Frings.  irəwurt (Rotem), geleend (volt.deelw.): ps. omgespeld volgens Frings.  gəliənt (Halen), handschuld: een hanjdschoot (Jabeek), ein handschjuld (Valkenburg), haandschúld (Mesch), handj sjuld (Tungelroy), handjsjaut (Urmond), handjsjöltj (Roermond), handschoot (Mechelen), handschuld (Grathem), handschöltj (Weert), hanksjeult (Baarlo), hanksjoot (Waubach), háánd schüld (Middelaar), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  handsjöld (Ulestraten), ps. omgespeld volgens Frings.  antsxēͅlt (Hasselt), handsxøld (Mechelen-aan-de-Maas), hantjšø͂ͅlt (Lanklaar), hant∂šōͅu̯t (Bocholt), hāntšōt (Val-Meer), ha͂ntsxølt (Rummen), handschuldig (bn.): handjsjöldig (Puth), losse schuld: losse sjuld (Baarlo), Opm. gewoonlijk is dit ook nog wel ergens vastgelegd of opgeschreven.  losse sjöld (Tegelen), met overeenkomst: ps. omgespeld volgens Frings.  moͅu̯t øvərenkoͅmst (Oud-Waterschei), mondelinge overeenkomst: ps. letterlijk overgenomen!  een mŏĕnjelinge euuvereenkomst (Oirsbeek), mondelings (bn.): mondelings (Vlodrop), mondelingse verkoop: monjelingse verkoup (Obbicht), niet beschreven zijn: de sjout is neet besjreeve (Mechelen), sjout neet besjreve (Nunhem), niet op papier staan: dèè hèèt ⁄t neet op papeer staon (Haelen), niet vastgelegd zijn: neet vasgəlag (Holtum), nog zoveel staan hebben: Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  noch zŏĕvèùl stoon höbbe (Maastricht), onderhands regelen: ônderhânds regele (Oirlo), onderhandse schuld: ôngerhangse sjöld (Tegelen), ps. letterlijk overgenomen!  onderhāndse sjuld (Houthem), ps. omgespeld volgens Frings.  ondərhandsə sxelt (Peer), oͅnərhansə šøi̯lt (Diepenbeek), oͅnərha͂ntsə šōt (Hoeselt), op de lat staan: oppe lat sjtaon (Herten (bij Roermond)), op losse hand geven: op losse handj gegaeve (Echt/Gebroek), overeenkomst: uuverēēnkomst (Hoensbroek), schuld: ps. omgespeld volgens Frings.  sxøl (Lommel), sxøͅlt (Sint-Truiden), schuld op handpapier: ps. omgespeld volgens Frings.  šoͅtoͅpəhāntpapīr (Teuven), schuld op zegwoord: op zègweurd (Kinrooi), op zèk weurd (Sittard), op zèkweurt (Susteren), op zêk weurd (Neeritter), sjood op zegkesweurd (Hoensbroek), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  op zage wört (Welten), ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  op zeGk wûûrd (Klimmen), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  op zèk wēūrd (Schimmert), ’n sjuld op zageswöjd (Heerlen), ps. omgespeld volgens Frings.  op zaeg w"rt (Kinrooi), oͅp zeͅgwjoͅt (Rosmeer), oͅp zeͅkwərt (Neerharen), oͅp zeͅx wjøt (Hoeselt), oͅpseͅxwjøt (Zichen-Zussen-Bolder), šōͅtoͅpsəgəwøͅjət (Teuven), šōͅudoͅpseͅgəswø͂ͅrt (Maaseik), šōͅu̯t oͅp zeͅx w"rt (Bocholt), šoͅu̯doͅpsəgəwø͂ͅrt (Maaseik), zeͅgwēͅrt (Opglabbeek), schuld te goeder trouw: ps. omgespeld volgens Frings.  tə gōjər trōͅu̯ (Waterloos), ps. omgespeld volgens IPA. Letterlijk omgespeld moet er aan het eind dubbel w staan; heb één w weggelaten.  ša͂u̯təgōjərtrau̯ (Rotem), ša͂u̯ətəgōjərtrau̯ (Rotem), schuld zonder bewijzen: ps. omgespeld volgens Frings. (de j achter de i staat wat lager geschreven en omgespeld als: ?).  zondər bəwii̯zə (Waterloos), schuld zonder papier: ps. omgespeld volgens Frings.  sxəlt zoͅndər dā tər ə papīr əs (Velm), sxəlt zoͅndər pāpir (Herk-de-Stad), schuld zonder papieren: ps. omgespeld volgens Frings.  geͅlt krēͅigə zoͅnər papīərə (Kermt), schuld zonder schrijvens: ps.deels omgespeld volgens Frings.  (zonder) sxrēͅvəs (Halen), uit de hand lenen: oet de handj lêêne (Beegden), woord: ps. omgespeld volgens Frings.  wōt (Borgloon), zomaar regelen: dè wàs zôê mè geregeld (Eksel) schuld die niet schriftelijk is vastgelegd [handschuld?] [N 21 (1963)] III-3-1