e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
steel van de mathaak boom: bōm (Gennep, ... ), lat: lat (Alken, ... ), mathout: mathǫu̯t (Geysteren), pik: pek (Blerick), pikkesteel: pekǝštēl (Swalmen), pikkestrekel: pekǝstrēkǝl (America, ... ), piklat: peklat (Beringen, ... ), piksteel: pekstēl (Berverlo), steel: stil (Maaseik, ... ), stiǝl (Gelieren Bret, ... ), stēl (Achel, ... ), stēǝl (Diepenbeek, ... ), stē̜l (Halen, ... ), stē̜ǝl (Hasselt), stęil (Rummen, ... ), stīl (Borgloon), stīǝl (Bocholt, ... ), štil (Eygelshoven, ... ), štiǝl (Gronsveld, ... ), štēl (Baexem, ... ), stek: stɛk (Zepperen), zichtlat: [zicht]lat (Spalbeek, ... ) Rechte houten stok, die men vasthield bij het hanteren van de mathaak. Zie de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 voor het gebruik als strekel en als hulpstuk voor vervoer van de zicht. Het is niet onmogelijk dat op deze vraag gelegenheidsantwoorden zijn gegeven; het begrip "steel van de mathaak" lijkt niet overal tot de vakterminologie van de landbouwer te behoren. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). [N 18, 72a; add. uit JG 1b; monogr.] I-4