e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
steel van de zicht arm: ɛrǝm (Kortessem), gewerf: gǝwɛ.rǝf (Boorsem, ... ), gǝwɛrǝf (Amstenrade, ... ), gǝwɛ̄.rǝf (Lanaken, ... ), gǝwɛ̄rǝf (Amby, ... ), handvat: hantj˲vat (Heel), hant˲vāt (Niel-bij-As), hā.nt˲vǭǝ.t (Bommershoven), hā.n˲vǫǝt (Rutten), hānt˲vat (Geysteren), hɛnt˲vat (Born), kolf: kǫ.lǝf (Houthalen), kraan: krān (Meerssen), kruk: krøk (Weert), pikwerf: pekwɛrǝf (Beringen, ... ), pekwɛrǝp (Halen), snaad: snu̯ǭt (Hoeselt), snǫu̯t (Maasmechelen), snǭt (Bree, ... ), snǭǝt (Bocholt, ... ), šnǭt (Rothem, ... ), snaar: šnǭr (Haelen), steel: stei̯ǝl (Alken, ... ), stil (Opglabbeek, ... ), stiǝl (Gelieren Bret, ... ), stēl (Achel, ... ), stēǝl (Beverst), stē̜l/štē̜l (Zichen-Zussen-Bolder), stęi̯l (Borlo, ... ), stęǝl (Sint-Truiden, ... ), stī.l (Mechelen-Bovelingen), stīl (Borgloon), stīǝl (Zutendaal), štiǝl (Hoensbroek), štēl (Baexem, ... ), štīl (Eygelshoven, ... ), stek: stęk (As, ... ), werf: wa.rǝf (Koninksem, ... ), wø̜rǝf (Lommel, ... ), wę.rǝf (Zolder), węrǝf (Paal), wɛ.rǝf (Alken, ... ), wɛrǝf (Arcen, ... ), wɛ̄rǝf (Eigenbilzen, ... ), wip: wep (Bree), zichteboom: zextǝnbǫm (Mook), zichtegewerf: zextǝgǝwɛ.rǝf (Elen, ... ), zextǝgǝwɛrǝf (Born, ... ), zextǝgǝwɛ̄.rǝf (Eisden, ... ), zextǝgǝwɛ̄rǝf (Hees, ... ), zixtǝgǝwɛ.rǝf (Romershoven), zixtǝgǝwɛrǝf (s-Gravenvoeren), zixtǝngǝwɛrǝf (Borgharen), zī.xtǝgǝwɛ.rǝf (Vliermaal, ... ), zī.xtǝgǝwɛrǝf (Wintershoven), zichtesnaad: zixtešnǭt (Amby, ... ), zichtesnaak: zixtǝsnǭk (Schinnen), zichtesteel: zextǝstēl (Haelen, ... ), zīi̯ǝtǝštēl (Vijlen), zichtewerf: zextǝwø̜̄rǝf (Horst, ... ), zextǝwɛrǝf (Baexem, ... ), zextǝwɛ̄.rǝf (Achel, ... ), zi.xtǝwa.rǝf (Rijkhoven), zi.xtǝwɛ.rǝf (Werm), zi.xtǝwɛrǝf (Grote-Spouwen), zixtǝwę.rǝf (Diets-Heur), zixtǝwɛrǝf (Riemst, ... ), zixtǝwɛ̄.rǝf (Herderen), zixtǝwɛ̄rǝf (Vlijtingen, ... ), zēxtǝwɛrǝf (Wanssum), zī.xtǝwɛ.rǝf (Bommershoven, ... ), zīǝtǝwē̜rǝf (Mechelen), zichtewervel: zextǝwɛ.rvǝl (Ophoven), zichtgewerf: [zicht]˲gǝwɛrǝf (Born, ... ), zichtsnaad: zextsnǭt (Venray), zichtsnaar: zexsnǭr (Venray), zichtwerf: [zicht]wø̄.rǝf (America), [zicht]wɛ.rǝf (Berbroek, ... ), [zicht]wɛrǝf (Aalst, ... ), zichtwerk: zī.xwɛ.rǝk (Heers), zichtwervel: zex(t)wɛrvǝl (Maaseik) Houten gedeelte van de zicht. De lengte hiervan is ¬± 80 cm; aan het ene uiteinde zit het handvat en aan het andere wordt het blad bevestigd. Zie de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 en afbeelding 5. Vergelijk ook lemma en kaart ''steel van de zeis'' (3.2.3) in aflevering I.3. Omdat men ter plaatse de zicht vanouds niet gebruikte, is er voor de steel geen naam bekend in: L 312, 313, 315, 316, 353, 354, 355, 356, 358, 359, 361, 362, 363, 364, 365, 366, 368 en 413. Als voor dezelfde plaats zowel een simplex (werf, gewerf) alsook een samenstelling (zichtewerf e.d.) is opgegeven, is in dit lemma alleen het simplex opgenomen. De snaad-opgaven zijn wel overdrachtelijk vanwege de steel van zeis; de steel-opgaven zijn doorgaans jong. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht] zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). [N 18, 70a; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 8; L 45, 8; monogr.; add. uit: N 14, 131; A 14, 10; Lu 1, 16.2] I-4