e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uit de voor schieten deruit lopen: dǝryt lōpǝ (Siebengewald), deruit schieten: dǝrø̜t sxītǝ (Oostham, ... ), dǝrūt sxētǝ (Lottum), deruit werken: dǝrø̜t węrǝkǝ (Kerkhoven), schampen: ša.mpǝ (As, ... ), uit de voor gaan: ut ˲dǝ vǭr guǝn (Rijckholt), uit de voor lopen: ut ˲dǝ vǭr lō ̞pǝ (Cadier), yt ˲dǝ vōr lōpǝ (Ottersum), uit de voor schieten: ut ˲dǝ vōr sxētǝ (Horst), yt ˲dǝ vōr sxītǝ (Merselo), ū.s ˲dǝ vū ̞r še.sǝ (Simpelveld), uit de voor vallen: yt ˲dǝ vūǝr valǝ (Aijen), uitschieten: ø̜tsxitǝ (Lommel), ū.tsxitǝn (Eksel), ūtsxētǝ (Kronenberg), ūtšētǝ (Heythuysen), uitspringen: ō.tspręŋǝ (Beverst, ... ), ōǝ.tspręŋǝ (Zonhoven), ǫu̯.tspręŋǝ (Heesveld-Eik, ... ), uitvliegen: ū.t.vlē.gǝ (As, ... ), ū.t˲vlī.gǝ (Zutendaal), ǫu̯.t˲vlī.gǝ (Genk), ǭ.t˲vlī.gǝ (Godschei, ... ) Als men bij het ploegen op een hard voorwerp (b.v. een steen) stoot, of als men met name bij een voetploeg de staart niet vast of niet goed recht houdt, kan de ploeg uit de voor schieten: het ploeglichaam belandt dan in de vorige voor. [JG 1a;N 11A, 124b] I-1