e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitneembaar frontje avantje (<fr.): aəvākə (Hasselt), bandje: Van bândj.  beintje (Tungelroy), bavetje (<fr.): [vgl. Fr. bavette]  bavetsje (Neerpelt), bef: bèf (Horst, ... ), befje: bef-ke (Hoensbroek), befje (Bleijerheide, ... ), befke (Boekend, ... ), bèfke (Einighausen), béfke (Klimmen), boezem: buzəm (Borlo), borst: borst (Neeritter), borstje: boske (Diepenbeek), börske (Wijk), børskə (Mechelen-aan-de-Maas), bərstjə (Lanklaar), borstlap: boslap (Diepenbeek), boslep (Diepenbeek), chemisetje (<fr.): [vgl. Fr. chemisette]  chemisetje (Weert), Vgl. WBD III, 1.3: bef, chemisette (fr.)-tje, sammezetje.  sammezetje (Neeritter), col (fr.): ko͂ͅl (Kermt), koͅl (Beringen), kòl (Beringen), colletje (<fr.): koͅləkə (Velm), devant (fr.): (Fr.)  devant (Leopoldsburg), devant  dəva͂ (Leopoldsburg), Ook voorstuk [vö:rstük].  dəvo͂ (Kanne), devantje (<fr.): dəva͂kə (Riksingen), dəva͂’ə (Kwaadmechelen), dəvo͂kə (Romershoven), dəvónšə (Mechelen-aan-de-Maas), #NAME?  dəva͂kə (Boekt/Heikant), &lt;Fr. devant  dəvá͂kə (Boekt/Heikant), fronjel: [sic]  frondjel [froͅnžəl} (Hoeselt), front: front (Hoensbroek), froont (Gronsveld), vroeger gebruikt  front (Tegelen), zei men vroeger  front (Tegelen), frontenhemd: frontehemme (Kerkrade), frontje: frontje (Nieuwenhagen), fruntje (Blerick, ... ), fruntsje (Maastricht, ... ), fróntje (Roermond), fröntje (Brunssum, ... ), Cfr. ook par. 34: De Kleding, p. 443.  frôntje (Herten (bij Roermond)), er staat een vraagteken bij  fruntje (Meijel), vroeger gebruikt  fruntje (Tegelen), zei men vroeger  fruntje (Tegelen), giletje (<fr.): sjelééke (Haelen), gimp: gēͅm (Opglabbeek), (gimpe) [sic]  žeͅp (Tessenderlo), cfr. iehverhimme.  gemp (Genk), Fr. gimpe; informant plaatst zelf een vraagteken bij deze opgave. [WNT: gimp, Hd. gimpe en gimpf. 1) Eene soort van passement draad met gekleurde zijde omsponnen; 2) Een boordsel of belegsel, van gimp vervaardigd.]  (ziemp?) (Tongeren), Fr. guimp.  gēͅmp (Meeswijk), WNT: gimp, 1) Eene soort van passement: draad met gekleurde zijde omsponnen.  gemp (Paal), gɛmp (Paal), gimpje: (gemke?) (Horn), WNT: gimp, 1) Eene soort van passement: draad met gekleurde zijde omsponnen.  gaimke (Roermond), hals: hous (Amstenrade), halsbandje: halsbentsjə (Hamont), halsje: huiske (Valkenburg), insatz (du.): insats (Mechelen), inzetje: [sic]  izestke (Mechelen), inzetseltje: inzetselke (Sittard), moeilijk leesbaar  iselske (Brunssum), jabot (fr.): žabo (Sint-Truiden), [sic]  sjeboot (Wijk), jabotje (<fr.): [sic]  sjabooke (Boekend), šabokə (Rotem), kazavekje: kassevèkske (Maastricht), klein borstje: klein börstje (Neeritter), kraag: kraag (Maaseik, ... ), kraagje: krēͅjskə (Bree), krègske (Lommel), lijfje: lefkə (Venray), leͅfke (Halen), overgooier: ouvərgujər (Herk-de-Stad), plasje: [sic]  plaske (Rekem), plastron (fr.): plastron (Borgloon, ... ), plastrōͅ (Hasselt), plastro͂ (Opheers), plastroͅn (Bocholt, ... ), plástro (Tongeren), plastronnetje (<fr.): plastroͅnneke (Kaulille), plastruntje (Venlo), platstuk: WNT: plat (III), ss. platstuk, 3. Gewestelijk (hier en daar in Z.-Ndl.) als naam voor de beide schouderstukken van een kiel of hemd, van achteren tegen elkaaar genaaid.  platstuk (Eksel), stukje: sjtèùkske (Posterholt), tres (<fr.): Van Dale: tres, 1. boordsel of oplegsel van gevlochten goud- of zilverdraad of zijde.  treͅs (Achel), vestje: vesche (Nieuwenhagen), vesje (Bleijerheide, ... ), veske (Heerlen, ... ), vestje (Baarlo, ... ), vestjə (Stein), veͅske (Kermt), voorhemdje: vuurhemsje (Kerkrade), voorste, het -: vø͂ͅjəštə (Teuven), voorstuk: Sub devant. Ook voorstuk [vö:rstük].  vö:rstük (Kanne) borstlap met strik op de rug vastgebonden || devant: voorstuk || front || frontje || frontje (halfhemdje met gesteven voorkant en knoopsgaatjes voor bevestiging van boord) || frontje, uitneembaar ~ in de hals van een jurk [vestje, plastron] [N 24 (1964)] || gesteven borstlap || herenkledingstuk, los gesteven linnen borststuk onder de opening van het vest gedragen, met of zonder halsboord || kanten borstlapje door vrouwen gedragen || voorpand van een overhemd III-1-3