e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
werveluitsteeksels losmaken been uitsnijden: bīǝn atsnē̜ (Nieuwerkerken), bet de hamel derophouwen: bɛ dǝ hǭmǝl trop howǝn (Diepenbeek), de rug wervelen: dǝr rø̜k wɛrvǝlǝn (Mechelen), doppen: dopǝ (Heythuysen), foetelen: fūtǝlǝ (Mal), insnijden: enšniǝ (Buchten), kloppen: kloppen (Beringen), knoes insnijden: knuš enšniǝ (Nuth), knoes loshouwen: knuš loshawǝ (Kerkrade), knook losschillen: knǭk lǫssxɛlǝn (Blerick), knots lossnijden: knǫts lǫsnajǝ (Tongeren), knots wegdoen: knǫts wexdun (Sint-Truiden), langs de wervel doorsnijden: [langs de wervel] dȳ.rsnī-jǝ (Gruitrode), laten zwellen: lǭtǝ zwǫlǝ (Helchteren), omhouwen: ø̜mhǫwǝ (Maastricht), ontwervelen: ontwęrvǝlǝn (Rotem), openklieven: ǫwpǝklīvǝ (Sint-Truiden), opkroppen: ōpkrǫpǝ (Heerlen), over de anger houwen: ø̄vǝr dǝ aŋǝr hǫwǝ (Susteren), rug kappen: rø̜xkapǝ (Herk-de-Stad), rug kerven: røk kɛrvǝn (Hoensbroek), rug loskloppen: rug loskloppen (Diepenbeek), rugschenken losmaken: rø̜ksxenkǝ lǫsmākǝ (Neeritter), rugstrang afkappen: røkstraŋk ǭfkapǝ (Riksingen), rugstrang houwen: røkstraŋk hǫwe (Heugem), rugstrang uitsnijden: røkstraŋ ø̜jtsnēj (Waasmont), rugstuk uitsnijden: røkstøk ø̄wǝtsnējǝ (Wellen), schuin doorsnijden: schuin doorsnijden (Tungelroy), snijden: snęjǝ (Veldwezelt), spalken: spalkǝ (Maasmechelen), špalkǝ (Bleijerheide), spieën losmaken: špīǝn lǫsmākǝ (Hoensbroek), uitkloppen: ūtklopǝ (Neerpelt), uitstoten: ytstōtǝn (Leunen), wervel splijten: wɛrvǝlšplītǝ (Panningen), wervels lossnijden: wēǝrvǝls losnīǝn (Kaulille) De werveluitsteeksels losmaken om de ribben dikker te laten lijken. [N 28, 92] II-1