25204 |
warm weerx |
warm (weer):
wèrm (L215p Blitterswijck)
|
warm [SGV (1914)]
III-4-4
|
19717 |
was |
was:
wês (L215p Blitterswijck),
wās (L215p Blitterswijck)
|
Afscheidingsprodukt uit de wasklieren van de bijen. Voorheen werd de bijenwas veel gebruikt als grondstof voor kaarsen. Momenteel wordt de bijenwas als grondstof vaak vervangen door plantenwas of belangrijk goedkoper te produceren chemicaliën. Nog steeds is de bijenwas van belang voor de bereiding van zalven, kosmetische produkten en boenwas, voor het modelleren van gietvormen en voor medische toepassingen. [N 63, 121a; JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 52; Ge 37, 145; monogr.] || wasch [SGV (1914)]
II-6, III-2-1
|
19714 |
wasbord |
vroebbel:
vrubəl (L215p Blitterswijck)
|
wasbord
III-2-1
|
19658 |
wasgoed |
was:
wɛs (L215p Blitterswijck)
|
wasgoed
III-2-1
|
19669 |
wasknijper |
wasklammer:
wɛsklamər (L215p Blitterswijck),
waspin:
wɛspen (L215p Blitterswijck)
|
klem om de was op de draad vast te klemmen || waspin, pin met gleuf om de was vast te klemmen op de \'wesdraod\'
III-2-1
|
19715 |
waslijn |
wasdraad:
wɛs˂drōͅt (L215p Blitterswijck)
|
wasdraad
III-2-1
|
19741 |
wastafel, wasbak |
wastafel:
wastōͅfəl (L215p Blitterswijck)
|
wastafel
III-2-1
|
19457 |
waterdamp, wasem |
zwaai:
zwāi̯ (L215p Blitterswijck)
|
stoom, waterdamp
III-2-1
|
24273 |
waterhoen |
waterhennetje:
waterhenneke (L215p Blitterswijck)
|
waterhoentje
III-4-1
|
19510 |
waterketel, moor |
marmiet:
marmit (L215p Blitterswijck),
miet:
mit (L215p Blitterswijck)
|
ketel, waterketel
III-2-1
|