22362 |
stuiken |
totsen:
met de ene knikker de andere in het kuiltje stoten
totsjen (Q095a Caberg)
|
Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)]
III-3-2
|
18061 |
stuipen |
stuipen:
stupe (Q095a Caberg),
Van kleine kinderen zegt men ingelkes zien.
de stupe höbbe (Q095a Caberg)
|
stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (spinneweven, spinnevoeten, stuiptrekken, in de gaven liggen). [N 84 (1981)] || stuipen: Plotselinge spiersamentrekkingen, vaak samen met bewustloosheid; stuipen (stuipen, gaven, convulsies). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18929 |
stuntelen |
haspelen:
haspele (Q095a Caberg)
|
moeizaam met iets bezig zijn zonder veel te vorderen [haspelen, stuntelen, frotten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20543 |
suikerklontje |
klontje suiker:
klöntzjə sòkker (Q095a Caberg)
|
klontje; Hoe noemt U: Een blokje suiker (klontje) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
17978 |
sukkelen |
kruchelen:
kröchele (Q095a Caberg),
sukkelen:
sukkele (Q095a Caberg)
|
Sukkelen: aanhoudend ziek of niet gezond zijn, ziekelijk zijn (kwijpelen, plaaieren, op de sukkelbaan zijn, in het sukkelstraatje zijn). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18126 |
syfilis |
vies krankte:
Voor alle geslachtsziekten.
n veis kränkde (!) (Q095a Caberg)
|
Syfilis: besmettelijke geslachtsziekte die gewoonlijk begint met een zweer op de geslachtsorganen; uiteindelijk kan elk orgaan aangetast worden (druiper, luizenziekte). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21826 |
taal |
taal:
taol (Q095a Caberg)
|
taal; datgene waarvan men zich bedient om zijn gedachte of gevoelens kenbaar te maken [taal, tong] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20577 |
tabakspruim |
pruimpje:
pruimke (Q095a Caberg),
sjiek:
sjik (Q095a Caberg),
sjiekje:
sjikskə (Q095a Caberg)
|
pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20589 |
tabakssap |
sladder:
als alle vuil water
sladder (Q095a Caberg)
|
Hoe noemt U: Vuil water in een pijp (smierk, nerrik) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24727 |
takken (coll.) |
douw:
WBD/WLD
d’n douw (Q095a Caberg)
|
Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)]
III-4-3
|