| 18732 |
tandenstoker |
spikje:
spiekske (Q095a Caberg),
stokje:
stekske (Q095a Caberg)
|
een puntig voorwerp waarmee men voedselresten verwijdert die tussen tanden en kiezen of in kiezen zijn blijven zitten [tandestoker, kloker, koter] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
| 24385 |
teek |
teek:
eigen spellingsysteem
téék (Q095a Caberg)
|
teek, spinachtig diertje dat zich vastzet op de huid van mens en dier en zich voedt met bloed [N 26 (1964)]
III-4-2
|
| 18840 |
teleurgesteld (worden) |
bedonderd:
bedonderd (Q095a Caberg),
beteuterd:
beteuterd (Q095a Caberg),
teleurgesteld:
teleurgesteld zien (Q095a Caberg)
|
in zijn verwachtingen bedrogen uitkomend, teleurgesteld [sneu, snul, bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)] || niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 19253 |
ten einde brengen |
afmaken:
aofmake (Q095a Caberg),
vaardig maken:
veerdig make (Q095a Caberg)
|
een werk ten einde brengen, afmaken [bolwerken, opzeilen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 20477 |
ter begrafenis gaan |
ter lijke gaan:
ter lieke goon (Q095a Caberg)
|
een begrafenis gaan bijwonen [begaan, te lijk gaan, ter bier gaan, gaan kezen, op de korte snee gaan] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
| 18127 |
tetanus |
klem:
klem (Q095a Caberg)
|
Tetanus: ziekte waarbij een verstijving van de spieren optreedt, die begint bij de kauwspieren en zich dan uitspreidt over de rompspieren (klem). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 19347 |
tevreden; tevredenheid |
contentigheid:
contentigheid (Q095a Caberg),
plezier:
plezeer (Q095a Caberg)
|
tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 25228 |
tocht, zuiging van lucht |
trek:
trèk (Q095a Caberg)
|
tocht, vrij sterke zuiging van de lucht door een beperkte ruimte heen [scheut, trek, zicht, jacht, trok] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 33592 |
toekruid, algemeen |
kruid:
WBD/WLD
kruije (Q095a Caberg)
|
De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)]
I-7
|
| 20141 |
toestel waarin men kinderen leert lopen |
loopkorf:
loupkörref (Q095a Caberg)
|
toestel waarin men kinderen leert lopen [lei, stuik, looprek, loopwagen, loopkorf, loopmand] [N 86 (1981)]
III-2-2
|