18041 |
jeuk |
jeuk:
jeu:k (Q095a Caberg)
|
jeuk [N 07 (1961)]
III-1-2
|
18086 |
jicht |
flerecijn:
Oudere variant.
flerecijn (Q095a Caberg),
gicht:
Recentere variant.
giech (Q095a Caberg)
|
Jicht: stofwisselingsziekte die berust op afzetting van urinezure zouten in de gewrichten, met veel pijn (jicht, dicht, gicht, flerecijn, reumatiek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21280 |
joelen |
spektakelen:
spektakele (Q095a Caberg)
|
zich luidruchtig gedragen met veel gebaren en bewegingen; joelen [kwaken, jouwen, joelen, herriën, stachelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
24338 |
jong van een dier |
jong:
WBD/WLD
e joonk (Q095a Caberg)
|
Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
20314 |
jonge vrouw |
jongejuffrouw:
jong júffrouw (Q095a Caberg),
juffrouw:
⁄n júffrow (Q095a Caberg)
|
jonge vrouw [kuie, koje, keuje] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
liefste:
de leeste (Q095a Caberg),
(de f wordt niet uitgesproken).
de leefste (Q095a Caberg)
|
de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20380 |
jongen met wie men verloofd is |
liefste:
leeste (Q095a Caberg),
(de f wordt niet uitgesproken).
leefste (Q095a Caberg)
|
verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18702 |
jongensblouse |
bloes:
bloes (Q095a Caberg)
|
jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)]
III-1-3
|
21336 |
juffrouw |
juffrouw:
(klemtoon op laatste lettergreep).
juffrów (Q095a Caberg)
|
hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
17607 |
jukbeen |
bovenkaak:
bovekaak (Q095a Caberg)
|
Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon). [N 84 (1981)]
III-1-1
|