e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eynatten

Overzicht

Gevonden: 254
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spaak speken: špēxǝ (Eynatten) Elk van de houten staven die de verbinding vormen tussen de velg van het wiel en de naaf. Afhankelijk van de omtrek van het wiel zijn er tien tot zestien spaken. Er zijn twee soorten spaken: ronde en platte. Voor zover ze specifieke benamingen krijgen, worden ze behandeld onder A resp. B. [N 17, 61a-b + 62a-b; N 18, 99; N G, 44a; JG 1a; JG 1b; JG 2b; S 34; A 4, 20b; L 20, 20b; L 7, 13; monogr.] I-13
speen van de koe deem: dɛm (Eynatten) [N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.] I-11
springen springen: spreŋe (Eynatten) springen [ZND 25 (1937)] III-1-2
stal stal: štā.l (Eynatten) Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim] I-6
steenkool kolen: kōͅlə (Eynatten, ... ) steenkool [ZND 04 (1924)], [ZND 36 (1941)] III-2-1
stelen stelen: štälə (Eynatten) stelen [ZND 25 (1937)] III-3-1
stempelen stempelen: Karte 422.  stempel(e)n (Eynatten) stempeln (Arbeitslosenunterstützung beziehen) III-3-1
stier stier: stīr (Eynatten) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11
strafschop elfmeter, elver: Karte 171.  Elfmeter, Elver (Eynatten) Elfmeter (im Fussballspiel). III-3-2
strosnijmolen hakselmachine: hɛksǝlmašiŋ (Eynatten) Het toestel waarin en waarmee stro tot snippers gehakt wordt dat als veevoeder moet dienen. Vergelijk ook het lemma ''strosnijbak'' (6.4.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel [stro] het lemma ''stro'' (6.1.24). [N 18, 107; L 26, 12; monogr.; add. uit JG 1c] I-4