e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gerdingen

Overzicht

Gevonden: 508
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hovaardig hovaardig: huvēͅrdeX (Gerdingen), huvēͅrex (Gerdingen) hovaardig [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
huid vel: veͅl (Gerdingen) een vel [ZND A1 (1940sq)] III-1-1
huif van de huifkar huif: huf (Gerdingen) Kap van de huifkar. Deze kap wordt over hoepels getrokken, die vooraf op een hooikar gezet worden. [N 17, 10b; S 15; Wi 17; L 27, 32; L 1a-m; monogr] I-13
huismus, mus mus: məs (Gerdingen, ... ) mus [ZND 01 (1922)], [ZND 14 (1930)] III-4-1
huiveren bibberen: bibberen (Gerdingen, ... ), rijderen: riëren (Gerdingen, ... ) Huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 21 (1936)] || huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 27 (1938)] III-1-2
huur huur: hēr (Gerdingen) huur [ZND m] III-2-1
huurhuis gehuurd huis: geheerd hoes (Gerdingen), pachthuis: pachthoes (Gerdingen) huurhuis [ZND 27 (1938)] III-2-1
iemand uitschelden schelden: šeͅlə (Gerdingen) Op iem. schelden, iem. uitschelden. Geef de gemeenzame uitdrukkingen op en zet tussen twee haakjes welke als "gemeen"of "plat"beschouwd worden. [ZND 34 (1940)] III-1-4
ingezouten gezouten: gǝzawtǝn (Gerdingen) Dit lemma sluit volledig aan bij het lemma ''het vlees conserveren''. In de Leuvense vragenlijsten 1a-m en 27 werd naar het begrip "ingezouten" gevraagd. Deze twee vragen worden hier als apart lemma gehonoreerd. [L 1a-m; L 27, 40; Veldeke 22, 67] II-1
inkappen, eerste slagen maken met de zicht aanmaaien: ān[maaien] (Gerdingen) De eerste slagen met de zicht maken in een aan te maaien akker en tevens het uitvoeren van de "eerste fase" van de zichtbehandeling; zie de algemene toelichting van deze paragraaf. De terminologie wordt soms ook gebruikt voor het maken van de eerste gang voor de maaimachine; dit wordt uitdrukkelijk vermeld in K 316, L 270, 294, 320c, 355, 360, 372, 419, 420, 432, P 186, Q 99*, 121c, 197, 197a. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [maaien], zie het lemma ''maaien'' (3.1.1) en de klankkaart (kaart 7) in aflevering I.3. [N 15, 16j; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 23, 16.2; L 48, 32.2; Lu 1, 16.1a; monogr.; add. uit N 15, 16f] I-4