e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P197p plaats=Heers

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vouwen plooien: ploie (Heers) ik zal het in vieren vouwen [ZND 08 (1925)] III-1-2
vreemde (man) vreemde man: enne vreumde maan (Heers) Een vreemde man. [ZND 08 (1925)] III-3-1
vregelpaal boom: bom (Heers) In de Kempen en in het zuid-oosten van het onderzoeksgbied wordt een tweede boom voor het vastzetten van het hooi op de kar gebruikt. Deze vregelpaal is (doorgaans draaibaar) onder in de bak van de hoogkar gemonteerd en loopt door het midden van het verzwaarde dwarse sluithout, de bril. Het bindtouw werd dan om deze vregelpaal heengeslagen en daarna werd deze door middel van een stok of knuppel, de vregelstok, aangedraaid. Zie ook de toelichting bij het lemma ''vregelstok'' en afbeelding 15. De foto''s van afbeelding 15 zijn genomen in Mechelen aan de Maas (Q 9). [N 17, 14a; JG 1d, 2c; monogr.] I-3
vregelstok wringelstek: vrɛŋǝlstɛk (Heers) De stok waarmee de vregelpaal wordt aangedraaid of waarmee het bindtouw als een knevel kan worden aangespannen; zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma ''vregelpaal''. Voor enkele opgaven is niet vast te stellen of de lange vregelpaal of de korte vregelstok is bedoeld; ze staan achterin het lemma bijeen. [N 17, 14c; JG 1d, 2c; add. uit N 17, 140; monogr.] I-3
vriend vriend: vrind (Heers) vriend(in) [RND] III-3-1
vriesweer gevroor: gevrujer (Heers) vorst (vriesweer) [ZND 08 (1925)] III-4-4
vroedvrouw wijzevrouw: wēͅzevrouw (Heers), wijzevrôow (Heers) vroedvrouw [ZND 08 (1925)], [ZND B1 (1940sq)] III-2-2
vroegmis eerste mis: ju.stə me.is (Heers), vroege mis: də vrygə meis (Heers), vrygəme.is (Heers), vroegmis: vreugmès (Heers) De vroegmis [vreugmès, vreumes, vroemes?]. [N 96B (1989)] || Hoe heet de vroegste mis op zondag? [ZND 38 (1942)] || vroegmis [RND] III-3-3
vrouw vrouw: dē frouw (Heers), vro.w (Heers), vrouw (Heers), vrow (Heers), wijf: wyf (Heers) die vrouw [ZND A2 (1940sq)] || vrouw [RND], [RND], [ZND 11 (1925)] III-3-1
vrouwelijk geslachtsdeel pruim: proom (Heers), spleet: spleet (Heers) [N 10c (1995)] III-1-1