e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heiselt

Overzicht

Gevonden: 48

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
varkenswei varkenswei: vɛrkǝs˱wē (Heiselt) De met een houten schutting of prikkeldraad omheinde ruimte in de open lucht waar de varkens lopen. Vaak wordt de boomgaard als varkenswei gebruikt. [N 5A, 61a; N 76, 41a; A 10, 9e] I-6
vast varkensvoer droog eten: drȳx ētǝ (Heiselt) [N 76, 39; monogr.] I-12
vaste uitwerpselen stront: stront (Heiselt) [N 76, 35; A 9, 24d] I-12
vlekziekte plakken (mv.): plakǝ (Heiselt) Vlekziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte gaat gepaard met hoge koorts; op de huid tekenen zich rode en soms donkerblauwe vierkante of ruitvormige vlekken af (WBD I.6, blz. 854). [N 19, 27a; N 19, 27b; N 52, 19; N 76, 57; A 48a, 32; monogr.] I-12
vloeibaar varkensvoer nat eten: nǭt ētǝ (Heiselt) [N 76, 38; N 76, 39; monogr.] I-12
vloeibare ontlasting zeik: zēi̯k (Heiselt) [N 76, 36; A 9, 24d] I-12
zeug met meer dan twaalf tepels felle uier: (zo'n zeug heeft een) fɛlǝ ø̜i̯ǝr (Heiselt) [N 76, 21] I-12
zeugekooi zeugekot: zø̄gǝkǫt (Heiselt) De aparte kooi of betimmering in een varkenshok die verhindert dat de zeug de biggen met haar zware lijf dooddrukt. Vroeger werden daarvoor op ongeveer 15 tot 20 cm afstand van de bodem en van de muren van de stal houten balken van ongeveer 12 cm dikte aangebracht. De ruimte tussen balken en vloer kan dan door de biggen als vluchtweg gebruikt worden. Tegenwoordig bevindt de zeug zich in een apart hok, waarvan aan twee kanten de onderste plank ontbreekt zodat de biggen bij de tepels kunnen die door de openingen steken. [N 5A, 62a; N 19, 18; N 76, 41d] I-6