e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoepertingen

Overzicht

Gevonden: 3596
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zweten zweet laten: zweejt gelu.tə (Hoepertingen) wij hebben daar gezweet [ZND 08 (1925)] III-1-2
zwijgen zwijgen: ig zal mar zwɛjgə (Hoepertingen) Ik zal maar zwijgen. [ZND 08 (1925)] III-3-1
zwik van de wagen zwik: zwęi̯.k (Hoepertingen) De dwarsbalk die de vorkhouten onder de bak van de langwagen met elkaar verbindt. [N 17, 42 + 44d; N G, 70f; JG 1b; monogr] I-13
zwoegen woelen: wu.lə (Hoepertingen) Ik heb moeten zwoegen. [ZND 08 (1925)] III-1-4
zwoord zwaard: zwōͅx (Hoepertingen), zwŏ-og (Hoepertingen) zwoerd [Goossens 1b (1960)] || zwoerd (harde rand van een snede spek) [ZND 08 (1925)] III-2-3
één frank frank: de eingangsprijəs is inne frang (Hoepertingen), den eingang es eene frang (Hoepertingen), den entree əs enne frang (Hoepertingen) De toegangsprijs is een frank. [ZND 36 (1941)] III-3-1