e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoepertingen

Overzicht

Gevonden: 3596

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterste achterste: a:chtərstə (Hoepertingen) achterste [ZND 01 (1922)] III-1-1
achteruit achteruit: a.xtǝrǭǝ.t (Hoepertingen), terug-ju(j): tryk jȳi̯ (Hoepertingen) Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.] I-10
achteruitgaan achteruitgaan: achteraut gaon (Hoepertingen) achteruitgaan, wijken, deinzen [ZND 33 (1940)] III-1-2
achteruittrappen houwen: hǫu̯ǝ (Hoepertingen) Met één of beide achterpoten achterwaarts trappen. [JG 1a; N 8, 70a en 72] I-9
achterwand hoofdbred: høi̯t˱brēt (Hoepertingen), hø̜i̯t˱briɛ.t (Hoepertingen) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
achterwerk kont: kont (Hoepertingen) buil op het hoofd [buts, buil] [N 109 (2001)] III-1-1
adamsappel adamsappel: adamsappel (Hoepertingen) Adamsappel (bierknop, (keel)knobbel). [N 109 (2001)] III-1-1
adem adem: oijəm (Hoepertingen), asem: ōͅsəm (Hoepertingen), u:wəsəm (Hoepertingen) adem [ZND 01 (1922)] III-1-1
ademen asemen: ich kooəs nie oeseme (Hoepertingen), ōͅsəmə (Hoepertingen), u.wəsəmə (Hoepertingen) ademen [ZND 01 (1922)] || Ik kon niet ademen [ZND 19 (1936)] III-1-1
ader ader: de oeəre van ze veurheud (Hoepertingen), ieən oewer oəpe snije (Hoepertingen), uwər (Hoepertingen) ader [ZND 01 (1922)] || de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || een ader opensnijden [ZND 19 (1936)] III-1-1