e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

Gevonden: 4905
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bieden bieden: be.jə (Maaseik), bējə (Maaseik, ... ), béje (Maaseik), bëjen (Maaseik) bieden [RND], [ZND 21 (1936)], [ZND A2 (1940sq)] III-3-1
bier bier: béér (Maaseik), verzamelfiche ook mat. van ZND 01 (a-m) ook ZND 22 vr. 27a  beer (Maaseik), bēr (Maaseik) bier [RND], [ZND 06 (1924)] III-2-3
bierpap bierpap: Syst. Frings  bērpap (Maaseik), slemp: sleͅmp (Maaseik), Syst. Frings  slɛmp (Maaseik) Bierpap (beerslemp?) [N 16 (1962)] III-2-3
biersoep biersoep: bērsoͅp (Maaseik), slemp: Syst. Frings  slɛmp (Maaseik) Soep, hoofdzakelijk gemaakt van bier (biersoep, beersop, bierzuipe) [N 16 (1962)] III-2-3
bieslook knoflook: knoeflook (Maaseik) [ZND 34 (1940)] I-7
biestmelk biest: bēs (Maaseik) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11
bietenkapmes krotenmes: krutǝmęts (Maaseik) Speciaal voor dit doel vervaardigd lang gebogen mes, "met een handvat als van een zaag", merkt de zegsman in L 322 op. Het werd gedaan met een "gewoon mes", een "broodmes" in: K 278, 357, L 211, 265, 282, 286, 291, 314, 322a, 324, 355, 355a, 366, 413, 416, 420, P 176, Q 2, 4, 72; met "de sikkel" in K 359, L 331, 355, 370, 374, Q 2, 2b, 99*; onder de "zessel" en de "hiep" wordt een hakmes verstaan. [N 12, 47; monogr.] I-5
bietenkopper krotenschoffel: kruǝtǝšofǝl (Maaseik) Schoffelvormig stuk gereedschap gebruikt om loof van bieten af te steken, soms als deze nog in de grond staan, soms ook als ze al gerooid zijn. In de volgende plaatsen wordt opgemerkt dat voor dit afsteken de schup of de spade wordt gebruikt: L 163, 163a, 164, 165, 215, 266, 324, 329, 371a, 383, 416, 429a, Q 14, 94b, 101, 111 en 198b. Als er sprake is van een kapmes is de opgave in het lemma Bietenkapmes ondergebracht. [N 18, 54; monogr.; add. uit N 12, 47] I-5
bietenloof, bladerkroon krotenbladeren: krutǝblāi̯ǝr (Maaseik), krotenloof: krūǝtǝlǫu̯f (Maaseik), loof: lǫu̯f (Maaseik) De bladeren van de bietenplant. [N 12, 46; L 30, 34b; monogr.; add. uit N 12, 48] I-5
bietenmolen krotenmachine: krūtǝmǝšęi̯n (Maaseik), krotenmolen: krutǝmylǝ (Maaseik) Instrument om voerderbieten in brokken te malen zodat de beesten deze eten kunnen. [N 18, 108; add. uit N 5A, 34d] I-5