e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

Gevonden: 3435
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bonte specht, specht specht: spaecht (Merselo) specht III-4-1
boodschappenmand kalbas: kalǝbas (Merselo) Hengselmand waarmee de boodschappen worden gedaan. [N 20, 50; N 40, 111; N 40, 113; N 40, add.; monogr.] II-12
boog boog: bo:ch (Merselo) boog [RND] III-3-2
boom (alg.) boom: boeëm (Merselo), booum (Merselo), buəm (Merselo), buim (mv.): beuum (Merselo) boom [RND], [SGV (1914)] || boomen (mv.) [SGV (1914)] III-4-3
boomgaard bogaard: bogərt (Merselo), bòggerd (Merselo) boomgaard I-7
boomklever boomplakker: sitta europaea  boeëmplekker (Merselo) boomklever III-4-1
boomstam boomstam: buǝmstám (Merselo) De stam, ontdaan van kruin, takken en worteleind. [N 50, 13; monogr.] II-12
boomstronk stob: stoeb (Merselo) stronk ve boom III-4-3
boon, algemeen bonen: bōǝnǝ (Merselo), boon: boeën (Merselo), bōǝn (Merselo) boon || Phaseolus L. Zoals bij de erwt gaat ook hier het lemma met de algemene benaming vooraf aan de namen van specifieke soorten. Enkelvouden en meervouden zijn apart gehouden. [JG 1a, 1b, 1c; L 1, a-m; L 1u, 21; L 8, 84; L 22, 3a; S 4; Wi 14; monogr.; add. uit N P, 23] I-5, I-7
boos kwaad: kwoad (Merselo), nut: cf. Weijnen Etymologisch Dialectwoordenboek p. 137 s.v. "nut"= lelijk, slecht, boos (n.Limb.)  nut (Merselo) 01; kwaad [SGV (1914)] || boos III-1-4