e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L433p plaats=Nieuwstadt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vregelstok vregelstek: vręi̯gǝlštęk (Nieuwstadt) De stok waarmee de vregelpaal wordt aangedraaid of waarmee het bindtouw als een knevel kan worden aangespannen; zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma ''vregelpaal''. Voor enkele opgaven is niet vast te stellen of de lange vregelpaal of de korte vregelstok is bedoeld; ze staan achterin het lemma bijeen. [N 17, 14c; JG 1d, 2c; add. uit N 17, 140; monogr.] I-3
vreugde plezier: plezeir (Nieuwstadt) een gevoel van blijdschap in het algemeen [plezier, lol, vreugd] [N 85 (1981)] III-1-4
vriend vriend: vrunj (Nieuwstadt) vriend of vriendin in het algemeen [kameraad, gespan, makker] [N 85 (1981)] III-3-1
vriendelijk vriendelijk: vrunjtjelik (Nieuwstadt) welgezind tegenover andere mensen, vriendelijk [gemeen, braaf] [N 85 (1981)] III-1-4
vrijgezel vrijgezel: vriegezel (Nieuwstadt) vrijgezel; ongehuwde man [patriara, wicht, vrijgezel] [N 86 (1981)] III-2-2
vroegmis vroegmis: vruimes (Nieuwstadt) De vroegmis [vreugmès, vreumes, vroemes?]. [N 96B (1989)] III-3-3
vrouw in het kaartspel dame: dam (Nieuwstadt) En hoe [noemt u van het kaarspel] de [verschillende] plaatjes? - III. Vrouw. [DC 52 (1977)] III-3-2
vrouwelijk jong van de geit germ: germ (Nieuwstadt) [N 19, 71c; N 19, 71a; N 77, 77; N 77, 75; Vld.; A 9, 21; N C, Q 111 add.] I-12
vrouwelijk kalf vaars: vē̜š (Nieuwstadt) [N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.] I-11
vrouwelijk schaap in het algemeen schaap: sxǭp (Nieuwstadt) De benamingen voor "vrouwelijk schaap" beantwoorden vooral aan de drie woordtypen ooi/ooitje, germ/germpje en het algemene woord schaap. Ten aanzien van het woordtype germ kan men opmerken dat het woord in nogal wat plaatsen kan duiden op het vrouwelijk schaap dat nog niet gelamd heeft. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; R 3, 35; A 4, 22b; AGV, m3; L 1a-m; L 5, 30a; L 29, 32; L 20, 22b; L B2, 318; monogr.; S 23, Q 113 add.] I-12