33479 |
witte aalbes |
witte miemerten:
wit6 mi:m6rt* (L381b Pey),
mv: -e
witte miemerte (L381b Pey)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|
24521 |
witte abeel |
beel:
béél (L381b Pey),
witte canada:
witte canada (L381b Pey)
|
De witte abeel, 15-18 m hoog, bladeren 8-12 cm, zijn grijsgroen aan de bovenzijde en kalkwit aan de onderkant (abeel, witbeel, kjeseboom, peppel, vlaming, witte canada, witte boom). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20575 |
witte kaas, wrongel |
fluitkaas:
fluikîês (L381b Pey),
fluitkaes (L381b Pey),
fluitkiejes (L381b Pey),
hangebast:
hangebas (L381b Pey)
|
hangop; Hoe noemt U: Een koud melkgerecht van karnemelk die men in een zak of in een doek opgehangen, heeft laten uitdruipen en vervolgens met melk en suiker aangemengd, opdient (hangop, hangebast) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20654 |
witte kool |
kappes:
kappes (L381b Pey, ...
L381b Pey)
|
witte kool, de kool waarvan zuurkool gemaakt wordt [DC 27 (1955)]
I-7
|
24280 |
witte kwikstaart |
kwikstaartje:
kwikstertje (L381b Pey),
witte kwikstaart:
wite kwikstert (L381b Pey)
|
kwikstaart, geel [DC 26 (1954)] || kwikstaart, wit [DC 26 (1954)]
III-4-1
|
24574 |
witte waterlelie |
plompenblad:
-
plômpeblaad (L381b Pey),
pompenbloem:
(oe zeer kort uitgesproken).
poempəblo:m (L381b Pey)
|
witte waterlelie [DC 17 (1949)]
III-4-3
|
24907 |
woensdagx |
goensdag:
goonsdig (L381b Pey)
|
dag; woensdag [N 07 (1961)]
III-4-4
|
25210 |
wolkenbank |
bank:
bank (L381b Pey)
|
lange streep wolken die onbeweeglijk aan de horizon hangt [bank] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
22722 |
woonwagen |
woonwagen:
woonwage (L381b Pey)
|
De woonwagen van kermisklanten [karrakiekast, brak]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
21014 |
wormstekig |
aangestoken:
aangestaoke (L381b Pey),
wormsteek:
wörmsteek (L381b Pey, ...
L381b Pey),
wormstekig:
wøͅrmstēkig (L381b Pey)
|
Door wormen aangetast, gezegd van fruit (wormstekig, gemaaid, vermaaid, verpielt, meutelig, maaistekig, maaisteek). [N 82 (1981)] || wormstekig ve appel [DC 23 (1953)]
I-7, III-2-3
|