e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

Gevonden: 2877
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
carnaval add. vastelavond: vasteloavendsverein (Simpelveld) Carnavalsvereniging. III-3-2
carnavalsoptocht vastelavondsopzug (<du.): vasteloavendsóptsóg (Simpelveld) Carnavalsoptocht. III-3-2
cavalier mens: miensch (Simpelveld) Cavelier [SGV (1914)] III-3-1
cel cel: cel (Simpelveld) Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56] II-6
centerboor, schijfboor cirkelboor: serkǝlbǭr (Simpelveld  [(bij gewone smid niet gebruikt)]  ) Boorijzer waarvan de schacht uitloopt in een centreerpunt met daaromheen één of meer voorsnijders of beiteltjes. De centerboor wordt gebruikt om snel en zuiver grote, cirkelvormige gaten te vervaardigen en om schijven uit plaatmateriaal te boren. Zie ook afb. 112. [N 33, 126; N 33, 148; N 33, 145; monogr.] II-11
centerpons körner: kø̜rnǝr (Simpelveld) Stalen stift met kegelvormige punt die dient om een uitholling in plaatmateriaal aan te brengen. De centerpons wordt vooral gebruikt om het middelpunt van een te boren gat aan te tekenen. Zie ook afb. 52. [N 33, 262; monogr.] II-11
centrale verwarming kèrper (d.): køͅrpər (Simpelveld) radiator III-2-1
cervelaatworst belster: belster (Simpelveld) cervelaatworst III-2-3
chagrijn chagrijn: chagrin (Simpelveld), spijtig: sjpietsiech (Simpelveld) chagrijn [SGV (1914)] || een knagend, afgunstig en mismoedig makend verdriet [chagrijn, chagrijnigheid] [N 85 (1981)] III-1-4
cichorei cichorei: cicherei (Simpelveld, ... ), sjiekorij (Simpelveld, ... ), sjiekərei (Simpelveld, ... ), sjĭĕkorij (Simpelveld, ... ), moekkefoek: moekkefoek (Simpelveld), suikerij: soekerij (Simpelveld) cichorei [SGV (1914)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)] || surrogaat koffie I-7, III-2-3