e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vechmaal

Overzicht

Gevonden: 1244

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boer in het kaartspel boer: boer (Vechmaal) En hoe [noemt u van het kaarspel] de [verschillende] plaatjes? - IV. Boer. [DC 52 (1977)] III-3-2
boerenzwaluw, zwaluw zwalver: zwɛləvərs (Vechmaal) zwaluw (mv.) [RND] III-4-1
boertje ripseling: cf. WNT s.v. "rupselen"(2. oprispen) en zie ook WNT s.v. "rupsen, rupsemen, rupsenen"; vgl. WNT s.v. "ruspen, ruspemen"en s.v. "ruspelen"; allen met dez. bet. en gevormd uit WNT (XIII), kol. 585, s.v. "rispen (I)"respen, ruspen, rispemen ..... etc.  repseling (Vechmaal) boertje doen; als een baby gedronken heeft moet het een boertje doen [DC 47 (1972)] III-2-2
bont en blauw slaan zwart en blauw houwen: geslaoge= het heeft tien uur geslagen  zwad in blòu gəhòut (Vechmaal) bont en blauw geslagen [RND] III-1-2
boog boog: buuch (Vechmaal) boog [RND] III-3-2
boom (alg.) boom: bo:m (Vechmaal), bom (Vechmaal) boom [RND] III-4-3
boon, algemeen boon: bunǝ (Vechmaal) Phaseolus L. Zoals bij de erwt gaat ook hier het lemma met de algemene benaming vooraf aan de namen van specifieke soorten. Enkelvouden en meervouden zijn apart gehouden. [JG 1a, 1b, 1c; L 1, a-m; L 1u, 21; L 8, 84; L 22, 3a; S 4; Wi 14; monogr.; add. uit N P, 23] I-5
bord telloor: təlø&#x0304r (Vechmaal) bord (bij het eten gebruikt) [ZND 16 (1934)] III-2-1
borst borst: bǭ.s (Vechmaal) Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2] I-9
bos bos: bō.s (Vechmaal) Een met opgaande bomen beplante uitgestrektheid grond hetzij in natuurstaat of aangelegd. [N 27, 4a; RND 82; L 1a-m; L 22, 7; Vld.; monogr.] I-8