e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P196p plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 565
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peulvruchten doppen peulen: poͅu̯ələ (Veulen) doppen, peulen (erwten of bonen uit de pel doen) [ZND B2 (1940sq)] III-2-3
pil pil: pil (Veulen) pil [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
pioen pinksroos: ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  pengsroes (Veulen) Ook mat. van ZND 15 (1930), 018 opgenomen [ZND 05 (1924)] I-7
plensbui, zware bui breuk: brujək (Veulen) zware plensbui [ZND B2 (1940sq)] III-4-4
plicht plicht: pliX (Veulen) een plicht [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
ploeglijn ploeglijn: [ploeg]lęi̯n (Veulen) Het meestal dubbele koord waarmee het paard bestuurd wordt bij het ploegen, eggen, rollen e.d. De ploeglijn is doorgaans langer dan de lijn waarmee men een paard bestuurt, dat voor de kar of wagen gespannen is. Voor het ''ploeg''-gedeelte van varianten zie men het lemma ''ploeg''. Van de term kordeel, die ook toepasselijk is op de vaak enkele kar-lijn, zijn de varianten te vinden in I.4, waar o.a. het paardetuig aan de orde komt. [JG 1b; JG 2c add.; L 30, 10a; N 11A, 141a; N 13, 34; S 21 add.; div.; monogr.] I-2
plukken plukken: pləkə (Veulen) plukken [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
poetsen, schoonmaken schoonmaken: skoͅu̯n moͅkə (Veulen) schoonmaken, kuisen [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
poort poort: pōǝ.t (Veulen) Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s] I-6
portemonnee, beurs beurs: boͅs (Veulen) een beurs [ZND A1 (1940sq)] III-3-1