e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterijzer achterhoefijzer: axtǝrhuf˱ē̜jǝzǝr (Loksbergen), axtǝrhōf˱īzǝr (Reuver), achterijzer: axtǝrīzǝr (Geulle, ... ), ātǝręjzǝr (Bilzen), āxtǝrīzǝr (Middelaar), e̜xtǝrīzǝr (Oostrum, ... ), āxtǝrežǝr (Meijel), ɛxtǝrīzǝr (Meerlo), achteromijzer: achteromijzer (Dilsen), axtǝrø̜miǝzǝr (Maasbree), achterste: ɛstǝ (Jeuk), achterste hoefijzer: axtǝstǝ huf˱ē̜jǝzǝr (Loksbergen), ātǝrstǝ (h)ūf˱ęjzǝr (Bilzen), achterste ijzer: a.xtǝrstǝ īzǝr (Zutendaal), exǝštǝ īzǝr (Klimmen), ē̜tǝštǝ īzǝr (Simpelveld), ē̜xtǝrstǝ īzǝr (Helden, ... ), ɛstǝ ęjzǝr (Bevingen), eivormige teen: ājvørmegǝ tijǝn (Tessenderlo), hoefijzer van de achterpoot: hōf˱īzǝr van dǝr axtǝrpūǝt (Heerlen), hoefijzer van de hinderste poot: h ̇of˱īzǝr van dǝr heŋǝštǝ pūǝt (Spekholzerheide), randmes: raŋkmɛts (Bleijerheide), spits ijzer: špets˱ īzǝr (Herten), spitsmodel: špets modɛl (Reuver) Een stuk ijzer met een lipje eraan of met een rolletje, bevestigd op een handvat, dat dient om de gleuf tussen hak en overleer te polijsten. Zie afb. 64. [N 60, 151a] || Hoefijzer voor de achterhoef van het paard. Het achterijzer heeft meestal een ovale vorm. Zie ook afb. 223b. [N 33, 353; N 33, 354b] II-10, II-11