e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
anker anker: a.ŋkǝr (Opheers), aanker (Eijsden, ... ), aankr (Well), an ker (Kessel), angker (Buggenum), anker (Afferden, ... ), Anker (Blitterswijck), anker (Broeksittard, ... ), ankər (Swalmen), aŋkǝr (Baarlo, ...  [Maurits]  [Emma, Hendrik, Wilhelmina] ), aŋʔǝr (Kwaadmechelen, ... ), ānker (Arcen, ... ), áŋkǝr (Heppen, ... ), āŋkǝr (Gronsveld, ... ), (m.).  anker (Guttecoven, ... ), M.  anker (Borgharen), nasale  anker (Horst), Opm. verkleinwoord: ´nk´rke.  anker (Beegden), ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  anker (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), ps. omgespeld volgens Frings.  anker (Eys), anker met lepelblad: aŋkǝr met lē̜pǝlblāt (Herten), ankerbok: aŋkǝrbø̜k (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]), ankerbout: aŋkǝrbols (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Maurits]), aŋkǝrbō.ts (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]), ankerijzer: aŋkǝrē̜zǝr (Zepperen), aŋkǝręjzǝr (Bilzen), balkanker: balǝk˱aŋkǝr (Mechelen, ... ), balkenanker: bɛlǝk˱aŋkǝr (Susteren), beveiligingsanker: beveiligingsanker (Chevremont  [(Julia)]  , ... [Willem-Sophia]  [Julia]  [Domaniale]), blokkenanker: blǫkǝaŋkǝr (Heerlen  [(Emma)]   [Wilhelmina]), fourche: furšǝ (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Domaniale]), haakanker: hǭk˱āŋkǝr (Gennep), helchter: hęlxtǝr (Stramproy), houvast: hawvást (Maaseik), hǭjvast (Neeritter  [(om te repareren)]  ), hǭvǭst (Helden), ǫwvast (Stokkem), houvastwis: halvāstwes (Ottersum), ijzeren stang: īzǝrǝ štaŋ (Schimmert), kruisanker: kręjǝs˱aŋkǝr (Kermt), kruisijzer: krȳs˱īzǝr (Rotem), litsen: lets (Tessenderlo), luik: lø̜jk (Sint-Truiden), muuranker: m ̇ōraŋkǝr (Weert), muǝrāŋkǝr (Noorbeek, ... ), mȳraŋkǝr (Leunen, ... ), mūraŋkǝr (Geleen, ... ), muurijzer: mȳrɛzǝr (Leopoldsburg), mø̜jǝręzǝr (Linkhout), pijleranker: fajlǝraŋkǝr (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Emma]), querbout: kwēǝrbōt (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Domaniale]), schietanker: šēt˱aŋkǝr (Sint Odilienberg), schootanker: šūǝt˱aŋkǝr (Posterholt), sieranker: sirāŋkǝr (Ottersum), sēraŋkǝr (Beek, ... ), sīraŋkǝr (Posterholt, ... ), tsēraŋkǝr (Bleijerheide), sierijzer: sijǝrē̜zǝr (Zelem), sleutelanker: slø̄tǝlāŋkǝr (Gennep, ... ), slot: slǭt (Geleen  [(Maurits)]  , ... [Laura, Julia]  [Maurits]), sluitanker: šlūtaŋkǝr (Stein  [(Maurits)]   [Domaniale]), staafje: stē̜fkǝ (Weert), strekanker: štrɛk˱aŋkǝr (Bleijerheide), strijkanker: strik˱āŋkǝr (Gennep), strī.k˱aŋkǝr (Venlo), strīk˱aŋkǝr (Geulle, ... ), štrīk˱aŋkǝr (Herten, ... ), strop: strǫp (Maastricht  [(meervoud: strø̜pǝ)]  ), trekanker: tręk˱aŋkǝr (Panningen), tręk˱āŋkǝr (Ottersum), veiligheidsanker: veiligheidsanker (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), vęjlexhęjtsaŋkǝr (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]), weernagel: wē̜rnāgǝl (Maaseik), wis: wes (Meijel), zekerheidanker: zikǝrhētaŋkǝr (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]), zekerheidsanker: zexǝrhētsaŋkǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), zekerheidshaak: zexǝrhētshoǝk (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Winterslag, Waterschei]) anker [SGV (1914)] || Een op een bepaalde manier verwerkte wis waarmee men een nieuwe bodem aan de zijkant van een oude mand vast zet. Zie ook afb. 280. [N 40, 70] || Een verticaal voor de ijzerbok geplaatst U-balkje dat voorzien is van een door de bok heen reikende dwarsstang. Deze stang kan aan de achterzijde van de bok met een plaat worden vastgezet. Het geheel voorkomt dat railstukken ten gevolge van de druk uitspringen en ongelukken veroorzaken. [N 95, 587] || Stuk ijzer dat wordt gebruikt om muren, vloeren, gordingen etc. met elkaar te verbinden. Het is gewoonlijk samengesteld uit een schieter en een veer. De schieter vormt het metalen onderdeel aan de buitenzijde van de muur en bestaat uit een metalen staaf die in het midden een nok heeft. De veer brengt de verbinding tussen schieter en muur of vloer tot stand. Schieter en veer kunnen met behulp van één of meer spieën aan elkaar worden bevestigd. Zie ook afb. 72. De woordtypen 'strijkanker', 'trekanker' en 'strekanker' worden specifiek gebruikt voor een anker waarvan de veer in de dwarsrichting over twee of drie balken ligt. Het dient om muren te verankeren die evenwijdig lopen met de balklaag. [N 31, 38; N 4A, 51b; N 54, 123b; N 54, 124a; N 54, 126; monogr.] II-12, II-5, II-9, III-3-1