e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
benamingen van de ploeg naar de trekkracht brabants ploegje voor de ezel: brǭbants plø̄xskǝ vø̜r dǝn ę̄zǝl (Lottum, ... ), eenspannige brabander: ēnšpɛnǝgǝ brǭbɛndǝr (Margraten  [(lichte brabantse ploeg voor één paard)]  ), koeploeg: ku[ploeg] (Haelen  [(een houten karploeg)]  ), kō[ploeg] (Cadier  [(houten ploeg met ijzeren schaar en riester)]  ), koeëploeg: kuu̯ǝplōx (Kronenberg), osseploeg: ǫ.sǝ[ploeg] (Simpelveld), ǫsǝ[ploeg] (Haelen  [(houten karploeg)]  , ... ), osseploegje: ǫsǝplø̄xskǝ (Margraten  [(het lichtste model van de brabantse ploeg)]  ), paardsploeg: pęǝtsplux (Gingelom), ploeg voor de tractor: plōx ˲vør dǝn traktǝr (Horst), tracteurploeg: traktø̜̄rplōx (Meeswijk), tractorploeg: tractorploeg (Achel), traktǝr[ploeg] (Beek, ... ), traktǫr[ploeg] (Heythuysen, ... ), trekkerploeg: trękǝrplux (Aijen, ... ), tweespannige brabander: twiǝspɛnǝgǝ brǭbɛndǝr (Margraten  [(zwaarder model voor twee paarden)]  ) De door een koe of os getrokken ploeg was in L 163 aanvankelijk een voetploeg, later een karploeg; in L 192a was het een gewone ploeg, in L 192b een omganger, in L 246 en 292 een brabantse ploeg; de ploeg van een zgn. osse-, ezels- of koeboer had in L 290 van voren een wieltje en liep iets lichter dan de voetploeg. [N 11, 30; N 11A, 78 + 79 + 142; monogr.] I-1