e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blusser barst: bɛst (Tessenderlo), blaasje: blǫǝskǝ (Neeritter), heilige dag: hɛlgǝndax (Leunen), kalkoog: kalǝk˱ǫwx (Herten), kalkpit: kalǝkpet (Hoensbroek), kalksteen: kalǝkštē (Kerkrade  [(meervoud: kalǝkštęŋ)]  ), kalǝkštē̜ (Noorbeek, ... ), kalksteentje: kalǝkstęŋkǝ (Meeuwen), kalǝkštentjǝ (Eys), kraaiepoot: krɛjǝpuǝt (Heythuysen), mannetje: mɛnšǝ (Kerkrade  [(meervoud: mɛnšǝrǝ)]  ), ongeblust steentje: ongǝblø̜st stēnkǝ (Genk), opspringer: ǫpspreŋǝr (Montfort), pit: pet (Heerlen), pok: pøk (Tegelen), pǫk (Houthem, ... ), pokje: pø̜kskǝ (Rothem), schilfertje: šelǝvǝrkǝ (Schimmert), schulpje: sxø̜lǝpkǝ (Sint-Truiden), springbrikje: spreŋbrekskǝ (Oud-Caberg) Klein, ongeblust kalksteentje in pleisterwerk. De aanwezigheid van ongebluste deeltjes in pleisterwerk dient zoveel mogelijk worden vermeden, aangezien deze langzaam uitblussen, zich uitzetten en de pleisterspecie vervolgens van de muur afdrukken. Het barsten van een ongeblust kalkdeeltje werd in L 265 'spotten' ('spø̜tjǝ') genoemd. [N 32, 37c; monogr.] II-9