e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boogschaaf met bolle zool boogschaaf: buǝxšǭf (Bilzen), bōxsxǭf (Tessenderlo), bǭxšāf (Herten, ... ), bootje: bwø̄tjǝ (Stein), bȳǝtjǝ (Heel, ... ), bø̄tjǝ (Dilsen, ... ), bootschaaf: bōtsxāf (Weert), holle schaaf: hǫlǝ šāf (Buchten), holschaaf: hǫlšāf (Echt, ... ), hǭlšāf (Tegelen), kromschaaf: kromschaaf (Kortessem), ronde blokschaaf: roŋ blǫkšāf (Bleijerheide), ronde schaaf: ron šāf (Klimmen), ron šǭf (Maastricht), rǫnj šāf (Groot Genhout), rondschaaf: ronjtš ̇āf (Roermond), ronjtšāf (Neer), rontjšāf (Posterholt), scheepje: šēpkǝ (Neer), toogschaaf: tōxsxāf (Venlo), tuimelaar: tǫwmǝlɛjǝr (Tessenderlo), velgerschaaf: vɛlgǝršāf (Eygelshoven), vellingschaaf: vęleŋšāf (Posterholt), vɛleŋšāf (Klimmen), wiegje: wīxskǝ (Leopoldsburg), wrongschaaf: vrǫŋšāf (Heel) Een blokschaaf waarvan de zool in de lengte gebogen is en die dient om iets holrond uit te schaven. Zie ook afb. 37. De boogschaaf met bolle zool wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De kuiper werkt er bijvoorbeeld de holle binnenkant en binnenrand van vaten mee af en de wagenmaker schaaft er de holle binnenkant van velgsegmenten mee. Het eerste lid in de woordtypen velgerschaaf (Q 119) en vellingschaaf (Q 111) verwijst daar naar. [N 53, 80a; N G, 36a; N E, 35] II-12