e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
braak braak: brā.k (Melick), brāk (Altweert, ... ), braakijzer: brā.kī.zǝr (Panningen), brākīzǝr (Heerlen, ... ), braakkluppel: brākklø̜pǝl (Koningsbosch), breekijzer: brękīzǝr (Amstenrade), brīkęjzǝr (Maaseik), deegbrakemachine: dęjxbrākǝmašinǝ (Heythuysen), ijzeren stang: īzǝrǝ štaŋ (Geleen), ɛ̄zǝrǝ staŋ (Koersel), klopper: klopǝr (Sint-Truiden), kneedmachine: kneedmachine (Venlo), koekbreker: kōkbrē̜kǝr (Tegelen), peperkoektrekker: pē̜pǝrkōktrękǝr (Hout-Blerick), schupje: šø̜pkǝ (Reuver), vuist: vūs (Rekem) Houten toestel om de vlas- en hennepstengels te kneuzen en de houtachtige delen, de scheven (zie het lemma ɛschevenɛ), grotendeels te verwijderen. Van jongere datum is een machine waarin, tussen in elkaar grijpende tandrollen, de houtachtige stengel van de plant in kleine stukjes wordt gebroken (Brouwers, pag. 93). Zie afb. 67.' [N 48, 16b; monogr.] || Werktuig voor het braken van taai-taai- en peperkoekdeeg. Volgens de informant van L 265 wordt er een gat in de werkbank gemaakt waarin een vierkant ijzer dat rond uitloopt, wordt vastgeschroefd. Via een hefboombeweging wordt dan het deeg gekneed. De informant van K 359 spreekt van een "houten blok waarop een ijzeren lat, ¬± 1m lang, scharnierde". Zie afb. 24. [N 29, 89b; N 29, 89a; monogr.] II-1, II-7