e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buitenwerkse maat breedte: brędǝ, brętǝ (Bilzen), bręjdǝ (Bleijerheide), buitenkant maat: bytǝkānt mǭt (Ottersum), buitenmaat: bowǝtǝmǭt (Tessenderlo), buitenmaat (Dilsen), būtǝmǭt (Mechelen, ... ), bǫwtǝmuǝt (Bilzen), buitenwerks: bū.tǝwęrks (Sittard), būtǝwerks (Posterholt), būtǝwerǝks (Posterholt), būtǝwęrks (Venlo), būtǝwɛrks (Herten), būtǝwɛrǝks (Stein), buitenwerkse maat: butǝwɛrǝksǝ mǭt (Sint Odilienberg), bytǝwęrǝksǝ mǭt (Ottersum), būtǝwerǝksǝ mǭt (Herten), būtǝwęrǝksǝ mǭt (Tegelen), būtǝwɛrǝksǝ mǭt (Sint Odilienberg, ... ), buitenwerksmaat: būtǝwerksmǭt (Heel), grootste maat: grootste maat (Dilsen), koppenmaat: kǫpǝmǫat (Geulle), rouwe maat: rūw mǭt (Posterholt), uitwendige maat: ūswɛndejǝ mǫas (Bleijerheide), volle maat: vǫlǝ mǭt (Leopoldsburg) De afmeting die de hoogte en de breedte aangeeft, gemeten van de ene buitenkant van de vergaring naar de andere. [N 55, 2] || De afstand van de buitenkant van een trappeboom tot de buitenkant van de tweede trappeboom. [N 55, 91b] || De maat die aan de buitenzijde gemeten wordt, dat wil zeggen van de ene buitenste rand van het werkstuk tot de andere. Zie ook het lemma ɛbuitenwerkse maatɛ in Wld II.9, pag. 111. Het betreft daar de buitenwerkse maat van vergaringen, bijvoorbeeld kozijnen.' [N 53, 200a; monogr.] II-12, II-9