e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
compact met zemelen derin: met tsīmǝlǝn dren (Kaalheide), opstijven: (het meel) štīft op (Kerkrade), stijf: stijf (Koningsbosch), stē̜f (Hasselt), stī.f (Hout-Blerick), stɛ̄f (Kwaadmechelen), štīf (Geleen, ... ), stijve: stīvǝ (Blerick), štīvǝ (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), stug: stug (Heythuysen), taai: tɛj (Heythuysen), te stijf: tǝ stęjf (Lommel), teeg: tē̜jx (Stokrooie), vette: vɛtǝ (Sittard), zwaar: zwowǝr (Lommel), zwǫwǝr (Kwaadmechelen), zwǭwǝr (Munsterbilzen), šwǭr (Geleen), žwoar (Kerkrade), žwǭr (Tegelen, ... ), zwaarder: zwǭrdǝr (Koersel), zware: zwōrǝ (Bevingen) Zwaar, compact of stug, gezegd van bloem. Ten aanzien van het woordtype "vette" zij opgemerkt dat bloem, gemalen van inlandse tarwe, glad zal aanvoelen, als men deze tussen vinger en duim wrijft (Schoep blz. 19). De bakker spreekt dan over het vettig aanvoelen van de bloem. In feite heeft dit niets met het vetgehalte van de bloem te maken. Door de informanten wordt de bloem als "zwaar" beschouwd wanneer die veel zemelen in zich heeft (Q 121, Q 121e) of wanneer die niet poreus is (K 314). De bloem wordt "stijf" gemoemd, als het deeg meer water nodig heeft. [N 29, 16] II-1