|  26175  | 
                doorschieten | 
                
            
            
              bekken:
            
            bɛkǝ (Q002a Godschei), 
            
          
            
            
              de spieën zitten niet vast:
            
            dǝ spijǝ zitǝ nɛ̄ vast (L316p Kaulille), 
            
          
            
            
              doorschieten:
            
            dø̄rsxitǝ (L211p Leunen), 
            
          
            
            
            dō.rsxētǝ (L289p Weert), 
            
          
            
            
            dǭršētǝ (L292a Maxet), 
            
          
            
            
              schieten:
            
            sxī.tǝ (Q002a Godschei, ...
            
          
            
            
            Q002p Hasselt, 
            
          
            
            
            L414p Houthalen, 
            
          
            
            
            Q001p Zonhoven), 
            
          
            
            
            šitǝ (Q003p Genk, ...
            
          
            
            
            Q005p Zutendaal), 
            
          
            
            
            šē.tǝ (L417p As, ...
            
          
            
            
            L418p Niel-bij-As, 
            
          
            
            
            L416p Opglabbeek), 
            
          
            
            
            šētǝ (L330p Herten), 
            
          
            
            
            šī.tǝ (Q072p Beverst, ...
            
          
            
            
            Q071p Diepenbeek, 
            
          
            
            
            Q081a Heesveld-Eik, 
            
          
            
            
            Q082p Munsterbilzen), 
            
          
            
            
              schuiven:
            
            šȳvǝ (L330p Herten, ...
            
          
            
            
            L321p Neeritter, 
            
          
            
            
            L318p Stramproy), 
            
          
            
            
              verschuiven:
            
            vǝrsxȳvǝ (L374p Thorn)
            
                 | 
                
                  
                  Het vanuit de aar doorgroeien van de graanplant. [JG 1a; monogr.] || Het verschuiven van de roede in de askop tijdens het draaien. Dit kan gebeuren doordat de spieën bijvoorbeeld ten gevolge van droogte los gaan zitten. [N O, 7s]
                  
                  I-4, II-3
                 |