e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
draaibeitel bankbeitel: baŋk˱bęjtǝl (Bevingen), beitel: biǝtǝl (Bilzen), bējtǝl (Jeuk), centerbeitel: sɛntǝrbęjtǝl (Maastricht), ciseau-beitel: sysibęjtǝl (Bevingen), draaibeitel: driǝn˱bēsǝl (Kerkrade, ... ), drīǝbęjtǝl (Klimmen), drɛ.jbęjtǝl (Weert), drɛjbęjtǝl (Heijen, ... ), drɛ̄jbɛ̄jtǝl (Zutendaal  [(ook voor profielbeitel)]  ), gewinde-beitel: jǝweŋbēsǝl (Spekholzerheide), profielbeitel: profilbēsǝl (Spekholzerheide), profilbęjtǝl (Helden, ... ), profīlbęjtǝl (Heijen, ... ), schroefdraadbeitel: šrǫwf˱drǭt˱bē̜tǝl (Eigenbilzen), snijbeitel: snęjbęjtǝl (Maastricht), vormbeitel: vørǝmbęjtǝl (Loksbergen) In het algemeen een stalen beitel die wordt gebruikt bij het draaiwerk van metaal. De beitel wordt daarbij meestal in de beitelhouder van de draaibank vastgezet. Al naar gelang van het werk kan de doorsnede van de beitel verschillende vormen hebben. Grothe (pag. 83/84) noemt onder meer vierkante, halfronde en kwartronde beitels. Ook de wijze waarop de punt van de beitel is geslepen is bepalend bij de naamgeving ervan. Zo wordt de punt van profielbeitels overeenkomstig het gewenste profiel geslepen. Beitels voor het aanbrengen van schroefdraad zijn getand uitgevoerd. Zie ook het lemma "draaibank". De profielbeitel werd volgens de invuller uit Q 83 onder meer gebruikt om kamraderen te repareren. [N 33, 120; N 33, 223-225; N 33, 301] II-11