e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gaffel gaffel: de gafel kleiner mo.ke (Zutendaal), de gafel sliete (Zichen-Zussen-Bolder), de gafel tou zetten (Bilzen), de gaffel (Achel, ... ), de gaffel dieker zette (Beringen), de gaffel in zeten (Rijkhoven), de gaffel open zetten (Jeuk), de gaffel openzetten (Kwaadmechelen), de gaffel out zeten (Rijkhoven), de gaffel taa zette (Jeuk), de gaffel taazette (Jeuk), de gaffel tauzetten (Linkhout), de gaffel taw (Grote-Spouwen), de gaffel toe (Tessenderlo), de gaffel toe zetten (Tessenderlo), de gaffel tou zeten (Rijkhoven), de gaffel wope zeten (Rijkhoven), de gaffél taw (Tongeren), de gaffəl toe (Tessenderlo), de kegələn op gaffəl zɛttə (Bilzen), de slinke of rechte gaffel (Neerhespen), də gaffəl (Tongeren), də gḁfəl tāzeͅtə (Sint-Truiden), dɛ gaffɛl toew zêttɛn (Lommel), gaffel (Genk, ... ), gaffel enger zetten (Genk), gaffel tow (Val-Meer), ga͂ffel (Zichen-Zussen-Bolder), slet de linksche/rechtsche gaffel (Waasmont), zet de gaffel wa bîṇj (Lommel), Ja, dat noemt men de gaffel.  gaffel (Lommel), toezetten  de gaffel tijzetten (Nieuwerkerken), gaffelkegels: de gaffelkeugels (Riksingen), gaffels: de gaffelen tau dun (Millen), de gaffels bijzetten (Lommel), de gaffels open (Montenaken), sluiten  de gaffels slowətən (Tessenderlo), hoek: de hook omzette (As), hok (Helchteren), mei: də mē oͅpseͅtə (Houthalen), mei links en vork rechts  de mei en de vərk taazetten (Wilderen), poort: de poort kleiner maken (Itteren), de port (Gruitrode, ... ), de port opzetten (Neeroeteren), de port ênger zêtten (Opoeteren), de pōrt einger zeiten (Vucht), de pōrt graiter zetten (Mechelen-aan-de-Maas), de pōrt kleinder zetten (Mechelen-aan-de-Maas), den linker of rechter portkijgel biezaiten (Rotem), də poͅart (Leut), poart verkleine (Montfort), [Met afbeelding waarop a en b de poort zijn; zo te plaatsen dat beide door de bal kunnen geraakt worden].  də pōrt (Opgrimbie), poort  de port (Bocholt, ... ), slip: de slep inger zetten (Reppel), de slup (Bocholt, ... ), de slup inzetten (Bocholt), de slèp (Opoeteren), spits: de spits (Kortessem), tip: den tip (Ellikom), vleugels: ze moet de vleugels wa kotter tauw zette (Herk-de-Stad), voorste tip: de veursten tip (Diepenbeek), voorste, de ~: də vø͂ͅrstə get bij zettə (Lanaken), vork: de verk (Bilzen), de veurk (Groot-Gelmen), de veurk too doewən (Heers), de veurk tou don (Kerniel), de veurk touw (Broekom), de vēūrk (Herstappe), de vorken inger zetten (Stokrooie), de vuerk sjmaoler zette (Gronsveld), de vuirek oeəpe zette (Hoepertingen), de vuirk (Sint-Lambrechts-Herk), de vurk open (Horpmaal), de vurk toe (Horpmaal), de vurrek (Zonhoven), de vərk toe zetten (Alken), də "vəräsə vørk (Diepenbeek), də kegələn op vörk zɛttə (Bilzen), də vjosdə vørk (Diepenbeek), də vuerk (Gutshoven), də vørək (Borgloon), də vərk (Heers), linke veurk (Ulbeek), veurk? (Stevoort), vork enger zetten (Genk), vuirk (Sint-Lambrechts-Herk), vö-erk (Sint-Lambrechts-Herk), zet de vo͂ͅrk to (Mettekoven), Cfr. gaffel [2. De twee voorste kegels in het kegelspel; linkse of rechtse gaffel].  vèrk (Genk), De dichter bij mekaar geplaatste kegels noemt men de vork.  voeurk (Diepenbeek), Fr. un e  de veurk (Moelingen), iner = enger  de vioͅsde vørk iŋer zeͅtten (Diepenbeek), mei links en vork rechts  de mei en de vərk taazetten (Wilderen), o bijna eu  vörk (Voort), tgo. is de veurk opezette  de veurk opezette (Wellen), de veurk touzette (Wellen), tussen eerste en tweede kegel rechts of links is de "rechte veurk - linke veurk  rechte veurk (Ulbeek), vork  de veurek (Zolder), vorkkegels: veurkkegel (Hoepertingen), zijde: De zij bij zeten.  de zij bij zetten (Rijkhoven) 2. De twee voorste kegels in het kegelspel; linkse of rechtse gaffel. || 3. Gaffel in het kegelspel. || Dichter bij elkaar plaatsen van de voorste kegels. [N 88 (1982)] || Worden de voorste kegels niet dichter bij elkaar geplaatst? Hoe noemt men dat? [ZND 36 (1941)] III-3-2