e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hooihark grasreek: grasrē̜k (Tungelroy), gritsel: gre ̝tsǝl (Mechelen-Bovelingen, ... ), gre.tsǝl (Koninksem, ... ), gretsǝl (Alken, ... ), gri ̞tsǝl (Halen, ... ), gri.tsǝl (Lauw, ... ), gritsǝl (Aalst, ... ), grote hooireek: grūtǝ hø̜̄i̯rē̜k (Vijlen), grūǝtǝ hø̜i̯reǝk (Mheer), grote reek: gruǝtǝ rē̜.k (Kessenich), grōtǝ rē̜.k (Vlijtingen), grūtǝ rē̜i̯ǝk (Gulpen, ... ), grūǝtǝ rēǝk (Mheer), grūǝtǝ rē̜k (Oirsbeek, ... ), hark: hē̜rǝk (Lottum), hɛrǝk (Blerick, ... ), hɛ̄ ̝rǝk (Broekhuizen, ... ), hɛ̄rǝk (Bergen), hooigritsel: [hooi]gre ̝tsǝl (Brustem, ... ), [hooi]gretsǝl (Aalst, ... ), [hooi]gri.tsǝl (Overrepen), [hooi]gritsǝl (Bommershoven, ... ), hooigritsel (Hasselt, ... ), hooihark: [hooi]hē̜rǝk (Broekhuizen, ... ), [hooi]hɛrǝk (Baarlo, ... ), [hooi]hɛ̄ ̝rǝk (America, ... ), [hooi]hɛ̄rǝk (Afferden, ... ), hooihark (Berverlo, ... ), hooikam: hø̜i̯kamp (Nuth), hooikammer: hø̜i̯kɛmǝr (Nattenhoven), hooikrab: hōi̯krap (Zichen-Zussen-Bolder), hǫi̯krap (Borgloon, ... ), hooireek: [hooi]rei̯ǝk (Eygelshoven), [hooi]rek (Wijer), [hooi]reęk (Rotem), [hooi]reęx (Kerkrade), [hooi]reǝk (Mheer), [hooi]rē.k (Maasmechelen), [hooi]rēi̯ǝk (Reijmerstok, ... ), [hooi]rēk (Buchten, ... ), [hooi]rēǝk (Hoensbroek), [hooi]rē̜.k ('S-Herenelderen, ... ), [hooi]rē̜i̯k (Noorbeek), [hooi]rē̜k (Baexem, ... ), [hooi]rē̜ǝk (Wijlre), [hooi]riǝ.k (Lanklaar), [hooi]riǝk (Dilsen, ... ), [hooi]rāi̯š (Eynatten), [hooi]rē̜i̯š (Vaals), [hooi]rē̜i̯ǝk (Mechelen, ... ), [hooi]rē̜x (Vaals), [hooi]rīǝk (Maaseik), [hooi]rɛk (Hechtel, ... ), [hooi]rɛ̄k (Lommel), hooirijf: hø̜i̯rīf (Grathem), houten gritsel: houten gritsel (Leopoldsburg), hō.tǝ gretsǝl (Heers, ... ), hō.tǝ gritsǝl (Hopmaal, ... ), hōtǝ gre ̝tsǝl (Vorsen), hōtǝ gretsǝl (Halmaal), hōǝtǝ gretsǝl (Velm), hǫu̯tǝ gretsǝl (Mechelen-Bovelingen, ... ), hǭtǝ gretsǝl (Borgloon), ōtǝ gritsǝl (Sint-Truiden), houten hooihark: houten hooihark (Gulpen), houten kam: hǫu̯tǝn kamp (Eys), houten reek: hōltsǝ rē̜i̯š (Vaals), hōtsǝ rāi̯š (Eynatten), hōtǝ rē̜i̯ǝk (Mechelen), hōtǝ rē̜k (Martenslinde), hōtǝn rē̜k (Wijchmaal), hǫu̯tǝ rē̜i̯k (Ubachsberg), hǫu̯tǝ rē̜k (Berg / Terblijt, ... ), hǫu̯tǝ rīǝk (Puth), houteren gritsel: hōtǝrǝ gretsǝl (Beringen), houteren hooihark: hø̜̄ltǝrǝ hø̜̄i̯hɛ̄rǝk (Gennep, ... ), houteren reek: hø̜i̯tǝrǝ rē̜k (Gruitrode), hā.tǝrǝn rɛ̄.k (Peer), hǫu̯tǝrǝ rē̜k (Kaulille, ... ), hǭutǝrǝ rē̜k (Hamont), kam: kãmp (Berg, ... ), kammer: kø̜mǝr (Puth), kɛmǝr (Klimmen), kammereek: kø̜mǝrē.k (Eisden), kø̜mǝr˙ēk (Vucht), kamreek: kømrē ̝ǝ.k (Meeswijk), kømrē̜k (Geleen, ... ), kø̜mreǝk (Lanklaar), kø̜mrē.k (Boorsem, ... ), kø̜mrēk (Borgharen, ... ), kɛmrēk (Amby, ... ), kɛmrīǝk (Bemelen), kleereek: klīǝrēk (Ulestraten), oogstreek: ǫu̯xstrɛ̄k (Stramproy), paardshark: pɛrtshɛ̄rǝk (Arcen), reek: rei̯ǝk (Zonhoven), reǝk (Eupen, ... ), riǝk (Dilsen, ... ), ri̯āk (Teuven), rē ̞k (Zichen-Zussen-Bolder), rē ̞ę.k (Leut), rē ̞ǝk (Heerlen, ... ), rē.k (Boorsem, ... ), rēa.k (Sint-Martens-Voeren, ... ), rēi̯k (Sint-Truiden), rēi̯ǝk (Noorbeek, ... ), rēk (Amstenrade, ... ), rēǝ.k (Helchteren, ... ), rē̜.k (Berg, ... ), rē̜k ('S-Herenelderen, ... ), rē̜ǝ.k (Montzen), rē̜ǝk (Welkenraedt), ręi̯ǝk (Montzen), rī.k (Hasselt), rīę.k (Elen), rīǝ.k (Maaseik, ... ), rīǝk (s-Gravenvoeren, ... ), rɛk (Bree), rɛ̄k (Peer), rijf: ręi̯f (Kermt), scheefreek: šęi̯frē̜k (Helden), scheidreek: šęi̯trē̜k (Helden), scheurreek: šø̄rre ̞ǝk (Welten), šø̄rrēk (Oost-Maarland), šø̄rrē̜k (Roggel), schinderhannes: schinderhannes (Rothem), schoofreek: šōfrēk (Mechelen), schuinse reek: šø̜i̯nsǝ rē̜.k (Lanaken), schurenreek: šȳrǝnrē̜k (Peij), schuurreek: šȳrrēk (Ulestraten), šȳrrē̜.k (Boukoul, ... ), veldgritsel: vɛlt˲gretsǝl (Sint-Truiden) Grote houten hark gebruikt om het op het land liggend hooi bijeen te halen. Zie afbeelding 11 voor de meest voorkomende vorm. Aan de anderhalf tot twee meter lange steel (zie lemma ''steel van de hooihark'' hieronder) is, doorgaans schuins, een balk bevestigd (zie lemma ''dwarsbalk van de hooihark'') van 60 tot wel 150 cm. breed, waardoorheen 8 tot 15 houten pinnen als tanden zijn aangebracht die aan beide zijden 15 tot 20 cm. uit de balk steken (zie lemma ''tanden van de hooihark''). Vaak is ter versteviging van de constructie een verbinding tussen steel en balk aangebracht; soms wel twee van dergelijke verbindingsstukken aan één zijde van de steel, of aan beide zijden één verbindingsstuk (zie lemma ''steunhoutjes tussen steel en balk''). Behalve bij het hooien wordt de hooihark ook wel incidenteel gebruikt om losliggend stro bijeen te harken in de schuur of bij het aren lezen; zie daar. In verschillende dialecten is het vocalisme van reek "hark" met dat van riek "meertandige vork" samengevallen. De twee termen zijn in betekenissfeer wel nauw verwant, maar etymologische verwantschap wordt meestal niet aangenomen. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 92 en 95b; JG 1b; A 28, 1c; A 41, 26 add.; L 2, 13; L B2, 240; Lu 6, 1c; monogr.] I-3