e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
katapult flierts: [WNT: flirtse sub flits (I)]  flierts (Venlo), flint: flint (Stokkem), in Lanklaar  flint (Dilsen), Syn. KATTEPIEL.  flent (Meeswijk), flits: fliets (Heerlen), flietsj (Eygelshoven, ... ), flietš (Brunssum, ... ), fliĕtsj (Eys), flits (Bocholt, ... ), flitsch (Nuth/Aalbeek), [Met afbeelding].  flietsj (Kerkrade), flits (Kaulille), Korte heldere i.  flietsj (Heerlen), Met de flits schieten.  flits (Meeuwen), n Goej vörk, twie ellestikke en e leëre lepke en dje hèt al het materiaol vör n flits te môke: n goede vork, twee elastieken en n leren lapje en ge hebt alle ingrediënten om n katapult te maken.  flits (Kortessem), NB flitsche1: mit der Gummischleuder schiessen.  fli.tš (Gemmenich), Zie katteprul.  flits (Eksel), flitser: flitser (Ophoven), gaffel: gaffel (Leopoldsburg), gafəl (Zichen-Zussen-Bolder), gaffeltje: geffelke (Grote-Spouwen), gɛfəlkə (gaffeltje) (Vliermaal), De kwajongens schieten bij hun geffelkes alle lampen op straat kapot.  geͅfəlkə (Niel-bij-St.-Truiden), geweertje: Sub geweer, (2): De kwajongens schieten bij (steen)geweerkes.  geweerke (Niel-bij-St.-Truiden), katapult: catapult (Eisden, ... ), ka:tte:pèù.lt (Maastricht), kaatəpult (Putbroek), katapult (Echt/Gebroek, ... ), katapuul (Leopoldsburg, ... ), katapült (Guttecoven), kattapul (Hunsel), kattapult (Buchten), kattebül (Klimmen), kattepeul (Melderslo), kattepiel (Gennep, ... ), kattepil (Steyl), kattepoel (Gronsveld, ... ), kattepuiil (Valkenburg), kattepul (Arcen, ... ), kattepult (Blerick, ... ), kattepultj, kattepult (Posterholt), kattepuul (Valkenburg, ... ), kattepŭlt (Maastricht), kattepö:lt (Maastricht), kattepöl (Pey, ... ), kattepölt (Maastricht, ... ), kattepùl (Berg-en-Terblijt, ... ), kattepùlt (Berg-en-Terblijt), kattepùùl (Maasbracht), kattepül (Horn), kattĕpult (Herten (bij Roermond)), kattupul (Sint-Geertruid), kattəpul (Stramproy), kattəpult (Amby), kattəpöl (Stevensweert, ... ), katəbu:l (Sibbe/IJzeren), katəpult (Thorn, ... ), katəpūlt (America), katəpöl (Ophoven, ... ), kāttəpult (Wessem), ne kattepuul (Lommel), *: verouderd.  kattepuul (Posterholt), [Met afbeelding].  kattepuul (Swalmen), Dit is eigenlijk geen dialect.  katapult (Afferden), in Meeswijk  kettepeel (Dilsen), Klemtoon op -puul, de uu lang uitspreken.  kattepuul (Maasniel), Ned. catapult.  kattepult (Geleen), Nu.  kattepult (Helden/Everlo), Ook sjietërkë.  kattëpult (Hoeselt), ps. boven de ö staat nog een lengteteken; deze combinatieletter kan ik niet in zn geheel maken!  kattepöl (Maastricht), Sub Simpelvelds flietsj.  katsebül (Bocholtz), Syn. FLINT.  katəpil (Meeswijk), Syn. flits. Het woord word ook wel eens verdraaid tot katteprul.  kattepult (Bree), Tegenwoordig kattepult, vroeger niet bekend. Wel was bekend ne flitsboag.  kattepult (Stein), Typisch Groesbeeks: spekschieter.  kattepul (Mook), u lang  kattepult (Horst), vgl. pag. 170: Catapult.  kattepiel sjeite (Sittard), Waarschijnlijk van catapult.  kattepiel (Venlo), Z. syn. schîe.terke [Jongenskatapult. Z. kattepul, een enigszins bewuste vervorming v. katapult, waarbij de bijgedachte aan kat licht humoristisch werkt].  kattepul (Zolder), kattenfliert: kattefliert (Venlo), kattenflierts: katteflierts (Blerick, ... ), kattəflierts (Venlo), katəflierts (Venlo), [WNT: flirtse sub flits (I)]  katteflierts (Venlo), kattenflits: katteflietsj (Nuth/Aalbeek, ... ), kattenjoek: Vroeger.  kattejoek (Helden/Everlo), kattenpiemel: kattepiemel (Blerick), kattəpieməl (Hout-Blerick), kattenprul: ein katteprul (Mechelen-aan-de-Maas), kateprul (Dilsen), katteprul (Elen, ... ), kattepröl (Nieuwstadt, ... ), katteprûl (Caberg), katəpr^öl (Maaseik), katəprö:l (Kanne, ... ), katəpröl (Dilsen, ... ), [Met afbeelding]. Deze werd gemaakt van n gaffelvormige tak van liguster plus 2 elastieken plus leren houdertje voor het steentje. Het schieten met de katapult was zeer gevaarlijk en is thans verboden.  katteprûl (Weert), B.v. Mèi de katteprul op-pe stroatlaampen schieten.  kattəprul (Achel, ... ), Hier vervorming van het woord, misschien wel onder invloed van prul: waardeloos ding, daarbij denkt men misschien ook aan "kat": een prul om op katten te schieten.  katəprøͅl (Kanne), Met de katapult schieten.  katəprøl (Hamont), Met de katteprul, flits of schietterke ter op oêt trèkken.  katteprul (Eksel), minder gebr  katəpryl (Tessenderlo), Sub kattepult: Het woord word ook wel eens verdraaid tot katteprul.  katteprul (Bree), Van Fr. catapulte < Lat. catapulta machine om speren en pijlen te werpen; volksetymologische vervorming door associatie met prul.  katteprul (Zonhoven), Verhaspeling van Fr. catapult.  kattepröl (Boorsem), Vgl. pag. I.100: catapult, zie katteprul.  katəprøl (Zonhoven), Volksetym.: kat(t)epul(t).  katteprul (Venray), Volksetymologische vervorming van katapult.  katəprøl (Lommel), kattenpulk: [sic]  kattepulk (Amstenrade), kattenspel: katəspe:l (Gellik), leertje: leerke (Sint-Truiden), lits: lits (Hasselt, ... ), n Lits of e schej.terke wië.rd gemaa.k van n vè.rrek, twej elastieke èn e liëre lepke: Een katapult wordt gemaakt van een vork, twee elastieken, en een leren lapje.  lits (Hasselt), litsje: litske (Vechmaal), loets: loets (Gulpen), loetsj (Gulpen), rek: rek (Leopoldsburg), rekjesschieter: rekskesschieter [rekskəschi.tər} (Tessenderlo), schieter: een schieter (Borlo), schieter (Heppen, ... ), sji.tər (Bilzen), Syn. trèkslinger.  sjieter (Diepenbeek), schietertje: scheiterke (Hasselt), schieterke (Eksel, ... ), schitərkə (Hasselt), sjieterke (Rosmeer), sjieterkë (Hoeselt), sjietërkë (Hoeselt), Afl. sub schieten.  schej.terke (Hasselt), n Lits of e schej.terke wië.rd gemaa.k van n vè.rrek, twej elastieke èn e liëre lepke: Een katapult wordt gemaakt van een vork, twee elastieken, en een leren lapje.  schej.terke (Hasselt), Sub kattëpult: ook sjietërkë.  sjietërkë (Hoeselt), Syn. trèkslinger.  sjieterke (Diepenbeek), t Schieterke woord dur-e mjèster afgepakt.  schieterke (Beverlo), Z. kattepul, een enigszins bewuste vervorming v. katapult, waarbij de bijgedachte aan kat licht humoristisch werkt.  schîe.terke (Zolder), Zie katteprul.  schietterke (Eksel), schietgaffel: schietgaffel (Henis), schietgeweer: schietgeweer (Nieuwerkerken), skietgewe:r (Niel-bij-St.-Truiden), schietleer: schi.tliər (Sint-Truiden), schi:tle:r (Sint-Truiden, ... ), schietleer (Berg, ... ), sji:tlɛ:r (Tongeren), sjiet-lèèr (Widooie), sjietlièr (Neerrepen), ski:le:r (Sint-Truiden), ski:tle.r (Sint-Truiden), Sub keingerspeile.  be e schietleer speile (Sint-Truiden), schietleertje: schietlearke (Jesseren), sji:tlɛrkə (Tongeren), schietvork: schietvurk (Ulbeek), e: dof uitgesproken  schijetverrek (Zepperen), schleuder (du.): žluidər (Vaals), Als Duits Schleuder, het y-vormige takje noemt men vork.  Schleuder (Vaals), slinger: sjlinger (Helden/Everlo), sliŋər (Genk), trekleer: [Met afbeelding pag. 434].  trèkleer (Maastricht), trekslinger: trekslinger (Hoelbeek), trèkslinger (Genk), trɛksli:ŋər (Diepenbeek), trɛksliŋər (Diepenbeek), Mèt den trèkselinger en de maole vol stein trokke vr t veld in vjèr op de vjèggelkes te shiete.  trèkselinger (Eigenbilzen), Syn. sjieter.  trèkslénger (Diepenbeek), vork: veurk (Kozen), vörk (Gutshoven), vörək (Engelmanshoven), vɛrk (Hasselt, ... ), benadert het Eng work  vör(ə)k (Borgloon) *Katteprul: Catapult. || 3. Katapult. || [Jongensspel - katapult]: katapult. || [Katapult schieten]. || [Katapult]. || Catapult. || Catapulte: vorkvormig speeltuig (gwl. houten stok, ook stalen draad) met elastiek om steentjes (klammen) weg te schieten. || Een stokje dat aan één kant in twee einden uitloopt om vogelnestjes uit holle boomstammen te halen [fruiteltje, fretsel, mik]. [N 88 (1982)] || Flint: Catapult (speeltuig voor kinderen). || Flits: katapult. || Flitsch: Gummischleuder. || Geffelke: 2. Katapult van de kwajongens. || Hoe noemt men het speeltuig, bestaande uit een gevorkt takje, aan de uiteinden waarvan een elastiekje is vastgemaakt en waarmee jongens steentjes wegschieten? [Lk 01 (1953)] || Hoe noemt men het speeltuig, bestaande uit een gevorkt takje, aan de uiteinden waarvan een elastiekje is vastgemaakt en waarmee jongens steentjeswegschieten? [DC 23 (1953)] || Jongenskatapult. || Katapult (speeltuig). || Katapult als kinderspeelgoed waarmee o.m. steentjes weggeschoten werden. || Katapult, kattepul. || Katapult. || Kattapult. || Kattepiel: Katapult, speeltuig voor jongens. || Katteprul: katapult, speeltuig voor jongens. || Katteprul: katapult. || Kattepult [sic]. || Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] || Met een katapult spelen. || Schietertje (z.o. katapult). || Speeltuig om keitjes weg te schieten, katapult. || Werpslinger, flits. || Zuigleer, kwajongensspeelgoed, bestaande uit een rond stukje leer, waarin een touw is bevestigd en waarmede men, na het leer natgemaakt te hebben, (geplaveide) stenen lostrok. III-3-2