e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kienen kiemen: kiemen (Hamont, ... ), kiemme (Kerkrade), kimə (Heerlen), Ook: kiene.  kieme (Weert), kiemspel: kiemspel (Achel, ... ), kiemspeul (Hamont), kimspø:l (Overpelt), kien: kin (Mechelen-aan-de-Maas, ... ), kienen: `t kinne (Kaulille), kenə (Bree, ... ), kenən (Diepenbeek, ... ), keͅnnə (Stokkem), kiene (Blerick, ... ), kienen (Bilzen, ... ), kienne (Amby, ... ), kiennen (Hechtel), kiĕne (Maastricht), kiĕnen (Genk), kine (Beverlo), kinna (Tongeren, ... ), kinne (Beverlo, ... ), kinnen (Beringen, ... ), kinnë (Hoeselt), kinnə (Eisden, ... ), kinə (Beesel, ... ), kīnə (Eigenbilzen, ... ), kīnən (Hamont), kuine (Opitter), kïnnë (Tongeren), sjpeel kienen (Brunssum), Afl. sub kien.  kiene (Zonhoven), kinne (Hasselt), Afl. sub quine.  kienen (Wellen), Bij het kienen hebben veel nummers een aparte naam: tegen 22 zeggen ze twee zwaantjes, tegen 69 rondomkrom, tegen 77 de twee mesthaken en tegen 90 den ouwe.  kenə (Meeswijk), De getallen werden soms op een eigenaardige manier afgeroepen:  kinn`n (Diepenbeek), De uitgehaalde bolletjes worden op speciale kaarten gezet op het overeenstemmend nummer.  kinne (Kortessem), Er zijn voor getallen bij het kienen bepaalde benamingen, waarvan er hier enkele volgen:  kiene (Venray), Ich haw driemaol kin.  kinne (Echt/Gebroek), kinne  kinne (As), Ss. [kin]bolleke, -kaart.  kiṇ (Zonhoven), Ss. keinaovindj: kienavond; kienbulke: kiendopje (houten schijfje met nummer, gebruikt bij het kienen).  kienne (Swalmen), Sub kieme.  kiene (Weert), Sub kin: uitroep bij het kinnen of kienen, als men vijf nummers op een rij heeft.  kinne (Geistingen), Sub quine.  kinə (Kanne), Sub vrêlei: De vrêlei gwùn wier kinne en dat mèt de bus.  kinne (Eigenbilzen), Werkwoord.  kinə (Stokkem), kienenspel: kinnespeel (Tongeren), kinnespel (Borlo, ... ), kinnespuul (Bocholt), kinəspēl (Rutten), kienspel: keinspel (Houthalen), kenspēl (Diepenbeek), kenspeͅl (Beverlo), kien-spel (Peer), kiensjpieel (Klimmen), kienspeel (Zolder, ... ), kienspel (Echt/Gebroek, ... ), kinspe:l (Eigenbilzen), kinspeel (Alken, ... ), kinspeeəl (Wellen), kinspel (Bocholt, ... ), kinspeul (Kaulille, ... ), kinspēīl (Borgloon), kinspēl (Diepenbeek, ... ), kinspiel (Ellikom), kinspijel (Beverst), kinspjel (Zichen-Zussen-Bolder), kīnspēl (Eigenbilzen), Lat. quini, elk vijf.  kiensjpil (Heerlen), Ook als werkwoord: kinnen.  kinsp"l (Hamont), mensen: mense (Vlijtingen) (Ont)kiemen; bingoën. || 1. Kienen: destijds bekend huiselijk spel, thans een algemeen verbreid gokspel || 2. Kienen. || [II.] Kienen. || [Kienen]. || Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Hoe heet dit spel? [ZND 37 (1941)] || Het kien- of lottospel spelen. || Het kienspel spelen. || Het spel waarbij de spelers elk één of meer kaarten hebben met daarop een aantal cijfers tussen 1 en 90. Die cijfers moeten opgevuld worden; ze worden willekeurig opgeroepen; winnaar is degene die het eerst een rij vol heeft [kienen, lotto, kienspel]. [N 88 (1982)] || Kienen, het kienspel spelen. || Kienen. || Kienen: het kienspel spelen. || Kienspel spelen. || Kienspel. || Kinderspel: kienen. || Lotto-spel, quine-spel. III-3-2