e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kin baard: baat (Gulpen), boad (Val-Meer), bwaŏrd (Eijsden), bá:rt (Noorbeek, ... ), bârt (Mheer), kin: ken (Achel, ... ), kEn (Leunen), ken (Lommel, ... ), kien (Schinnen), kin (Amby, ... ), kèin (Heugem), kèn (Heugem, ... ), kén (Gemmenich, ... ), kënn (Vaals), kìn (Arcen, ... ), kín (Puth, ... ), kîn (Bunde), komek uit "kombek", bet. nu wang!  ken (Rekem), PLAATS: de informant geeft als kerkdorp Jeuk/Hasselbroek op.  kin (Jeuk), moezel: moezel (Kortessem) Een kinnebak: kaakbeenderen (kinnebak, kinnebakkes, geschaar) [N 106 (2001)] || kaak [DC 02 (1932)] || kin [DC 01 (1931)], [N 10b (1961)] || kinnebak [N 10b (1961)], [ZND 01 (1922)] || Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1