e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kleine stenen boomse brikjes: bōmsǝ brekskǝs (Rekem), boomse stenen: bǫwmsǝ st ̇ęjn (Maaseik), drielings: drejleŋs (Tegelen), dunne brikken: døn brekǝ (Gronsveld), facadebrikken: fǝsāt˱brekǝ (Beverst, ... ), facadesteentjes: fasātstɛjʔǝs (Lommel), facadestenen: fasadǝstī̄jn (Kaulille), fasātstī̄n (Koersel), fasātstēn (Genk), fasātstęjn (Maaseik, ... ), fǝsātstęjn (Bree), gevelstenen: gi(j)ǝvǝlstēn (Zepperen), kleine bakstenen: klęnǝ bakst ̇ęjn (Boorsem), kleine steentjes: klān stę ̞ŋǝs (Tessenderlo), kleine stenen: klēn štēn (Jabeek), (enk)  klęnǝ stī̄ǝn (Paal), klinkertjes: kleŋkǝrkǝs (Leuken), klompjes: klømkǝs (Sint-Truiden, ... ), klømpkǝs (Sint-Truiden), leemputters: lęjmpętǝrs (Meeuwen), lilliputters: lelepøtǝrs (Middelaar), lelipøtǝrs (Dieteren, ... ), lilipøtǝrs (Blerick, ... ), lilipøtǝš (Kerkrade, ... ), lilipø̜tǝrs (Herten, ... ), lilipø̜tǝrš (Ulestraten), lilipø̜tǝš (Klimmen), lilǝpø̜tǝrs (Rothem), lēlipøtǝrs (Nunhem  [(een nog jong produkt)]  ), lilliputtertjes: lilipøtǝrkǝs (Rijckholt), papensteentjes: pǭpǝstiŋkǝs (Sint-Truiden), pielemannetjes: pelǝmɛnǝkǝs (Maastricht), plaketten: plakę ̞tǝn (Bevingen), plakɛtǝ (Sint-Truiden, ... ), pleksteentjes: plɛkstęjŋkǝs (Neeritter  [(werden gekloven en geplakt ter versiering)]  ), plintstenen: plentst ̇ęjn (Obbicht), plēntstęjn (Mesch), romeinse stenen: rǫmęjnsǝ stī̄ǝn (Kleine-Brogel), schouwestenen: šǫwǝštęjn (Munstergeleen), schouwsteentjes: sxōstiŋkǝs (Lummen), siersteentjes: sērstęjnkǝs (Weert), smalle karelen: smǭl krēlǝ (Sint-Truiden), splijtstenen: šplī̄tštęjn (Helden  [(vlechtformaat)]  ), vechtformaat: vechtformaat (Bleijerheide, ... ), vechtse stenen: vę ̞xsǝ št ̇ęjn (Tegelen), viercentimeters: vērsɛntǝmē̜tǝrš (Ulestraten), vlechtformaat: vlechtformaat (Rumpen), voorwerkers: vęrwɛrkǝrs (Meeuwen), waalformaat: whalfǫrmat (Heugem), waalstenen: wālstęjn (Neeritter  [(worden met vier tegelijk op de lopende band gesneden door een apparaat met vier draden)]  ), waalvorm: wǭlvørm (Kuringen) Smalle, dunne baksteentjes. De invuller uit L 321 onderscheidt daarbij vier formaten: ɛvechtformaatɛ (21x10x4 cm), van klei; ɛwaalformaatɛ (21,5x10x5,5 cm), van klei, voor buitenwerk; ɛmaasformaatɛ (21,5x10x8,5 cm), wit, voor binnenwerk en ɛlilliputtersɛ (14,5x6,5x3,5 cm), mooi glad, voor schoorsteen en hal. In L 291 werd zoɛn kleine steen spottend ook wel een bakkersbrood (bɛk\rs˱brū\t) genoemd.' [N 30, 54a; monogr.] II-8