| 33270 |
koolzaadolie |
karolie:
kē̜rǫu̯lǝ (P173p Halmaal),
karsmout:
kēǝrsmāt (P195p Gutschoven, ...
P177a Ordingen),
kɛ̄ǝrsmā.t (P188p Hoepertingen),
koolzaadolie:
kōlzādō.lǝ (Q164p Heks),
olie:
`ǫu̯li (P227p Vorsen),
ō.li (Q008p Vucht),
ōlǝ (P047p Loksbergen
[(thans)]
),
ǫu̯lǝ (P182p Buvingen),
raapolie:
raapolie (L210p Venray),
rǫbō.li (L282p Achel),
raapsmout:
ropsmāt (P050p Herk-de-Stad),
ruǝpsmā.t (Q170p Grote-Spouwen),
ruǫpsmā.t (P223p Rukkelingen-Loon),
rø̄psmau.t (Q009p Maasmechelen),
rǫpsmāt (P173p Halmaal),
raapsolie:
røbzō.li (L316p Kaulille),
rǫbzō.li (L313p Sint Huibrechts Lille),
sloorolie:
slūrō.lǝ (Q165p Hopmaal, ...
Q078p Wellen),
slūrōǝ.li (P187p Berlingen),
slūrǫu̯lǝ (P178p Brustem, ...
P115p Duras),
slű̄rő̄.lǝ (P053p Berbroek),
sloorsmout:
slōrsmā.t (Q171p Vlijtingen),
slūǝrsmā.t (Q074p Kortessem),
slorenolie:
slūrǝnōli (P214p Montenaken),
smout:
smau̯.t (L359p Beek, ...
L317p Bocholt,
Q011p Boorsem,
L360p Bree,
L421p Dilsen,
Q007p Eisden,
L419p Elen,
L366p Gruitrode,
L316p Kaulille,
L422p Lanklaar,
Q006p Leut,
Q009p Maasmechelen,
L424p Meeswijk,
L368p Neeroeteren,
Q010p Opgrimbie,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren,
L314p Overpelt,
Q012p Rekem,
L358p Reppel,
L420p Rotem,
L423p Stokkem,
L361p Tongerlo,
Q013p Uikhoven),
smaű.t (L363p Ellikom, ...
L364p Meeuwen,
L367p Neerglabbeek,
L368p Neeroeteren,
L365p Wijshagen),
smø̜̄t (K314p Kwaadmechelen, ...
K353p Tessenderlo),
smā.t (P120p Alken, ...
Q163p Berg,
K358p Beringen,
P187p Berlingen,
Q072p Beverst,
Q083p Bilzen,
P224p Boekhout,
Q156p Borgloon,
Q159p Broekom,
Q071p Diepenbeek,
Q242p Diets-Heur,
P049p Donk,
L353p Eksel,
Q087p Gellik,
Q003p Genk,
Q002a Godschei,
Q153p Gors-Opleeuw,
P184p Groot-Gelmen,
Q079p Guigoven,
P195p Gutschoven,
P048p Halen,
Q002p Hasselt,
L352p Hechtel,
P197p Heers,
Q094p Hees,
Q164p Heks,
L413p Helchteren,
Q174p Herderen,
K360p Heusden,
P188p Hoepertingen,
Q077p Hoeselt,
Q165p Hopmaal,
L414p Houthalen,
Q157p Jesseren,
P180p Kerkom,
P055p Kermt,
Q152p Kerniel,
P118p Kozen,
P057p Kuringen,
Q240p Lauw,
P046p Linkhout,
P051p Lummen,
Q089p Martenslinde,
P220p Mechelen-Bovelingen,
Q169p Membruggen,
Q177p Millen,
Q090p Mopertingen,
Q082p Munsterbilzen,
Q182p Nerem,
P117p Nieuwerkerken,
P177a Ordingen,
Q157a Overrepen,
L355p Peer,
Q175p Riemst,
Q168a Rijkhoven,
Q076p Romershoven,
P223p Rukkelingen-Loon,
Q241p Rutten,
P052p Schulen,
Q154p Sint-Huibrechts-Hern,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
Q181p Sluizen,
P058p Stevoort,
P056p Stokrooie,
Q162p Tongeren,
P121p Ulbeek,
Q178p Val-Meer,
Q166p Vechmaal,
Q091p Veldwezelt,
Q080p Vliermaal,
Q075p Vliermaalroot,
P192p Voort,
Q172p Vroenhoven,
Q084p Waltwilder,
Q078p Wellen,
Q155p Werm,
L354p Wijchmaal,
P118a Wijer,
Q073p Wimmertingen,
Q079a Wintershoven,
P044p Zelem,
P177p Zepperen,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder,
K361p Zolder,
Q005p Zutendaal),
smāi̯.t (Q088p Lanaken),
smāt (P179p Aalst, ...
K318p Berverlo,
P176b Bevingen,
P113p Binderveld,
P218p Borlo,
P182p Buvingen,
P175p Gingelom,
P173p Halmaal,
K316p Heppen,
P219p Jeuk,
K359p Koersel,
P047p Loksbergen,
K278p Lommel,
P045p Meldert,
K315p Oostham,
P174p Velm,
P227p Vorsen,
P172p Wilderen),
smāu.t (L417p As, ...
L315p Kleine-Brogel,
L312p Neerpelt,
L418p Niel-bij-As,
L416p Opglabbeek),
smāy.t (L356p Grote-Brogel, ...
L372p Maaseik,
Q096c Neerharen),
smǫu̯t (K317a Kerkhoven),
smǭ.t (L370p Kessenich, ...
L369p Kinrooi,
L319p Molenbeersel,
L371p Ophoven,
K357p Paal),
smɛ̄.t (L356p Grote-Brogel
[(vroeger)]
, ...
Q001p Zonhoven),
šmau.t (Q007p Eisden),
topsmout:
tǫpsmāu̯.t (L312p Neerpelt),
zoete olie:
zyi̯tǝn ōǝ.li (L286p Hamont)
|
De olie die uit koolzaad wordt geslagen. Al sinds lang gebeurt dit olieslaan uit kool-, raap- en lijnzaad niet meer op de boerderij, maar industrieel. In Limburg is smout de gebruikelijke term voor koolzaadolie; de idiotica en het WNT zijn wat ruimer: ook voor lijnzaadolie en zelfs voor plantaardige olie in het algemeen vindt men er de benaming ɛsmoutɛ, maar in het Truierlands heeft smout ook een zeer algemene betekenis, ook smeerolie wordt eronder verstaan. Bij raapsmout wordt, in Q 9 maar ook elders, uitdrukkelijk opgegeven: "ook koolzaadolie". [JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|