e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lunsschijf asschijf: asšīf (Heerlen), assenschijf: asǝšīf (Herkenbosch), buitenste slagring: butǝstǝ šlāxreŋk (Hoensbroek), domplaat: dumplǭt (Tessenderlo), gangring: gaŋkreŋk (Grathem), klatsschijf: klatššīf (Doenrade), klinkschijf: klɛŋkšīf (Doenrade), knalschijf: knalšīf (Neer), leunlip: lønløp (Paal), leunplaat: løǝnplǫǝt (Diepenbeek), leunschijf: lø̄nšīf (Limbricht), lø̜nšęjf (Maastricht), lø̜̄nšīf (Klimmen, ... ), lunsschijf: lønsšīf (Tegelen), navenschijf: nāvǝšīf (Reijmerstok), opsluitschijf: opšlūtšīf (Tegelen), plaat: pǝlǭt (Berverlo), ring: reŋk (Lommel), re̜ŋk (Waterloos), rēŋk (Rosmeer), ringetje: re̜ŋskǝ (Hoeselt), rondelle: re̜nde̜l (Eisden), ron`de̜l (Lommel), ronde̜l (Kwaadmechelen, ... ), rondøl (Bree), rǫn`de̜l (Lummen), rǫnde̜l (Borgloon, ... ), schijf: sxē̜f (Beringen), sxīf (Achel, ... ), sxīǝf (Gennep, ... ), šejf (Gronsveld, ... ), šȳf (Horn, ... ), šø̜̄jf (Hoeselt), šēf (Opglabbeek), šējf (Lanklaar, ... ), šęjf (Nunhem, ... ), šīf (Berg, ... ), šīwf (Stokkem), slagring: slǭxre̜ŋk (Ketsingen), šlāxre̜ŋk (Puth), slagschijf: šlāxš ̇īf (Eygelshoven), šlāxšīf (Klimmen, ... ), slotschijf: šlǫtšīf (Welten), sluitschijf: slūtšīf (Echt), stelschijf: stɛlšīf (Montfort), stootring: styǝtre̜ŋk (Opglabbeek), stūtreŋk (Bocholt), stūǝtreŋk (Panningen), stootschijf: stūǝtšȳǝf (Kinrooi), štūtšīf (Oirsbeek), voorschijf: vyǝršīf (Klimmen), vø̜ršīf (Mechelen), voorste ring: vȳrštǝ reŋk (Hoensbroek), voorstootschijf: vø̄rštūǝtšīf (Tegelen) Ronde, met het wiel meedraaiende schijf tussen naaf en luns die de naafbus afsluit zodat er tijdens het rijden geen vet of smeer verloren gaat en er geen vuil de naafbus kan binnendringen. Bij modernere, metalen fabrieksassen werd de lunsschijf vervangen door een metalen, dopvormige moer die op de as wordt geschroefd en met behulp van een luns tegen losdraaien wordt vastgezet. Van der Kloes en Van Helden (pag. 21) noemen dit type naafbus halfpatentbus. [N G, 50b; N 17, 64] II-11