e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mik beffen: [sic]  beffen (Lauw), flits: flietsj (Schaesberg), fretsel: vgl. WBD III, 3.2, pag. 130: fretsel.  fritsjel (Stein), frunnetje: frunneke (Vlodrop), fruttel: frutel (Schimmert), fruttel (Thorn), gaffel: gaffel (As, ... ), Klw. geffelke.  gaffel (Kinrooi), gaffeltje: gaff`lke (Bocholt), gaffëlkë (Hoeselt), geffelke (Itteren, ... ), Klw.  geffelke (Kinrooi), ingesneden houtje: ingesneje høͅltjə (Venlo), kruk: kruk (Eksel), kulletje: kylkə (Nieuwenhagen), mik: mik (Kesseleik, ... ), n mik (Lommel), mikkerd: mikkert (Montfort), mikvork: mikvork (Meijel), schaar: sjīər (Heerlen), stek: stek (Jeuk), vatsje: [sic]; [Met tekening].  vatsjen (Hoepertingen), vork: veurk (Meerlo), voerk (Doenrade, ... ), vork (Montfort), vorrek (Beesel, ... ), voͅrk (Heerlen), vurk (Epen), väorek(ske) (Kanne), vö.rk (Gors-Opleeuw), vø͂ͅrk (Tienray), vøͅrk (Klimmen), vorkje: veurkske (Genk, ... ), vorkske (Sevenum), vurkske (Sevenum), vøͅrkskə (Meijel, ... ), witsje: witskə (Nieuwenhagen) een stokje dat aan één kant in twee einden uitloopt om vogelnestjes uit holle boomstammen te halen [fruiteltje, fretsel, mik] [N 112 (2006)] || Een stokje dat aan één kant in twee einden uitloopt om vogelnestjes uit holle boomstammen te halen [fruiteltje, fretsel, mik]. [N 88 (1982)] III-3-2