e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mol dol: do ̞l (Buvingen), dõ̜.l (Ordingen  [veldmuis]  ), dǫl (Borlo, ... ), marp: marǝp (Lommel), merp: męrp (Lommel), moeltworm: multwørǝm (Horst), multwø̜rǝm (Baarlo, ... ), multwǫ.rǝm (Sevenum), multwǫrǝm (Belfeld, ... ), mūltwǫrǝm (Steyl), moerk: murǝk (Heusden), moerp: `morǫp (Helchteren), `murup (Hasselt), mo.rǝp (Alken  [(vroeger)]  , ... ), morǝp (Stevoort), moǝrup (Zonhoven), moǝrǝp (Zonhoven), mu.rǝp (Godschei, ... ), mø̜rp (Wellen), mø̜rǝp (Diepenbeek), mōrǝp (Zonhoven), mūrop (Houthalen), mūrup (Houthalen), mūrǝp (Gelieren Bret, ... ), mǫ.rǝp (Bommershoven, ... ), mǫrǝp (Diepenbeek, ... ), mǫu̯ǝrǝp (Wellen), mǭrǝp (Wellen), moet: mūt (Blerick), moetsworm: mutswø̜rǝm (Siebengewald), moetworm: mutwø̜̄rǝm (America, ... ), mutwø̜rǝm (Afferden, ... ), mutwǫ.rǝm (Sevenum), mutwǫrǝm (Arcen, ... ), mutwǭrǝm (Lottum), mūtwø̜rǝm (Meterik), mūtwǭrǝm (Arcen), mol: mo.l (Boukoul, ... ), mol (Beesel, ... ), mu(ǝ).l (Opheers), mó̜.l (Elen, ... ), mõ̜.l (Alken  [(thans)]  , ... ), mõ̜l (Achel, ... ), mōl (Vlodrop), mǫ.l (As  [(thans)]  , ... ), mǫl (Aalst, ... ), mǭ.l (Broekom), m˙ǫl (Paal), molle: molǝ (Asenray / Maalbroek, ... ), mó̜.lǝ (Geistingen, ... ), mǫ.lǝ (Geistingen, ... ), mǫlǝ (Amstenrade, ... ), molleshoop: mau̯.lǝsop (Rutten), molǝshō.p (Zichen-Zussen-Bolder), má.lǝshō.p (Nerem), máu.lǝšuǫp (Diets-Heur), mǫ.lǝshō.p (Val-Meer, ... ), molletje: mø̜lkǝ (Beek), molp: mo.lǝp (Ketsingen, ... ), mǫ.lǝp ('S-Herenelderen, ... ), mǫlǝp (Eigenbilzen, ... ), moorpet: mōrpǝt (Kuringen), mouterem: mát(ǝ)rǝm (Peer), mó̜.tǝrǝm (Eksel), mó̜tǝram (Hechtel, ... ), mó̜tǝrǝm (Hechtel, ... ), mø̜̄trǝm (Linde), mő̜trǝm (Linde), mő̜u̯tǝrǝm (Grote-Brogel), mő̜ǝtǝrøm (Peer), mǫu̯.tǝrǝm (Kleine-Brogel), mǫu̯tǝrǫm (Eksel), mǭtrǝm (Hechtel), mǭǝtrǝm (Eksel), moutering: mǫu̯tǝreŋ (Overpelt  [(vroeger)]  ), mouterof: mōtruf (Koningsbosch  [(vroeger)]  ), mōtrø̜f (Brunssum), mōtrǝf (Oirsbeek), mōtrǫf (Merkelbeek, ... ), mōtǝrǫf (Oirsbeek), mǫu̯truf (Puth, ... ), mǫu̯trøf (Amstenrade, ... ), mǫu̯trǝf (Schinnen), mǫu̯trǫf (Bingelrade, ... ), mǫu̯tǝrø̜f (Doenrade), mǫu̯tǝrǫf (Merkelbeek), mǫu̯tǝrǫuf (Broeksittard), mǭ ̝trøf (Nuth), mouterop: mau̯trap (Berg), mǫu̯.tǝrǫp (Einighausen, ... ), mǫu̯trap (Born, ... ), mǫu̯trop (Munstergeleen), mǫu̯trǫp (Einighausen, ... ), mǫu̯trɛp (Grevenbicht / Papenhoven, ... ), mǫu̯tǝrap (Berg), mǫu̯tǝrǫp (Geleen, ... ), moutheuvel: mau̯thyǝvǝl (Hoensbroek), moǝthø̜vǝl (Lontzen), mutȳvǝl (Bocholtz), mó̜i̯tø̄vǝl (Bunde), mō ̞thø̜vǝl (Mheer, ... ), mō.thyø̜.vǝl (Kanne), mō.thyǝ.vǝl (Kanne, ... ), mō.thȳ.vǝl (Bocholtz, ... ), mō.thȳǝ.vǝl (Rimburg), mō.th˙ø̜vǝl (Vaals), mō.ti̯ø̜.vǝl (Moelingen), mōt(h)ȳvǝl (Heerlen), mōt(h)ø ̞vǝl (Vijlen), mōt(h)øvǝl (Kanne), mōthyǝvǝl (Gulpen, ... ), mōthȳvǝl (Moerslag, ... ), mōthȳǝvǝl (Eijsden, ... ), mōthøvǝl (Eynatten, ... ), mōthø̄vǝl (Baelen, ... ), mōthø̜vǝl (Epen, ... ), mōt˱dȳvǝl (Spekholzerheide), mōǝthyǝvǝl (Gronsveld), mő̜u̯.thø̄.vǝl (Lanaken), mūt˱dȳvǝl (Bleijerheide), mǫi̯tø̄vǝl (Neerharen), mǫu̯.t(h)ø̄.vǝl (Lanaken), mǫu̯.thøvǝl (Eupen), mǫu̯.thø̄.vǝl (Maastricht, ... ), mǫu̯.tø̄.vǝl (Boorsem, ... ), mǫu̯t(h)ø̄vǝl (Elen, ... ), mǫu̯thyǝvǝl (Schinnen), mǫu̯thȳvǝl (Gronsveld), mǫu̯thȳǝvǝl (Klimmen, ... ), mǫu̯thø̄vǝl (Amby, ... ), mǫu̯tyǝ.vǝl (Uikhoven), mǫu̯tø̄vǝl (Ulestraten), mǫu̯t˱dȳvǝl (Smeermaas), mǭ ̝.thȳǝ.vǝl (s-Gravenvoeren), mǭ ̝thøǝvǝl (Gulpen), mǭ ̝thø̜̄.vǝl (Maastricht), mǭ ̝thø̜̄a.vǝl (Sint-Martens-Voeren, ... ), mǭ ̝ǝthø̜̄vǝl (Noorbeek, ... ), mǭi̯thø̄vǝl (Itteren), mǭu̯thøvǝl (Mechelen, ... ), moutsheuvel: mǫu̯tshø̄vǝl (Meerssen), moutsworm: mő̜u̯.tswę.rǝm (Niel-bij-As), moutwelf: mǫu̯.twɛ.lǝf (Eupen), moutwelp: mōtwɛlǝp (Welkenraedt), mǫu̯twɛlǝp (Eupen), moutworm: mou̯.two.rǝm (Eisden), mou̯.twø̜.rǝm (Eisden), moǝtwǫrǝm (Helden), mōtwǫrǝm (Venlo  [(vroeger)]  ), mő̜u̯.twę.rǝm (Niel-bij-As), mǫtwǫrǝm (Helden, ... ), mǫu̯.twø̜.rǝm (Maasmechelen), mǫu̯twø̜rǝm (Lozen), woelder: wȳldǝr (Siebengewald), woutheuvel: wő̜u̯thīǝvǝl (Niel-bij-As), woutworm: wuǝtwø̜rǝm (Lozen), wø̜i̯.twę.rǝm (Gruitrode), wő̜u̯.twø.rǝm (Neerglabbeek, ... ), wő̜u̯.twę.rǝm (As, ... ), wő̜u̯.twɛ.rǝm (Meeuwen), wő̜u̯twęrǝm (Grote-Brogel), wǫu̯.twø̜.rǝm (Bocholt, ... ), wǫu̯twø̜rǝm (Gerdingen) Het in de grond levend, zwart zoogdier iets groter dan een muis dat de molshopen opwerpt; het heeft een spitse snuit en graafklauwen: Talpa europaea. Hoewel niet alle mollesoorten blind zijn, wordt de mol algemeen voor blind gehouden. De boeren beschouwden het als een schadelijk dier op hun cultuurgrond, dat bestreden moest worden; bovendien was het bont van de mol gewild. Zie ook de toelichting bij het lemma ''molshoop''. Om de vergelijking van de lemma''s ''mol'' en ''molshoop'' te vergemakkelijken en daar in enkele streken hetzelfde woord voor mol en molshoop voorkomt, is ook hier het woord in z''n geheel gedocumenteerd en is zoveel mogelijk dezelfde volgorde in de woordtypen en de varianten aangehouden. In kaart 3 is door middel van toegevoegd zwart in een symbool of door een combinatie van symbolen aangegeven waar de woorden voor mol en molshoop identiek zijn. In kaart 4 is aangegeven waar het algemeen Nederlandse type mol het dialektwoord aan het vervangen is. [N 14, 80b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 18, 12; A 7, 6; L 1 a-m; L 1u, 165; L 3, 7; L 14, 10; L 16, 3; L B2, 311; L A1, 228; S 24; R 3, 21; Gwn 6, 9; add. uit RND 48 en 84; monogr.] I-3