e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
monden jachten: jaxtǝ (Bilzen  [(id)]  ), kanalen: kanā.lǝ (Nunhem  [(stookgangen in de inzet)]  ), kolenjachten: kuǝlǝjaxtǝ (Bilzen  [(stookkanalen)]  ), kolenmuilen: kuǝlǝmawlǝ (Bilzen  [(enkelvoud: kuǝlǝmawǝl)]  ), loftschichten: lofšixtǝ (Kerkrade), monden: møn (Klimmen), mǫndǝ (Milsbeek), mondgaten: mǫnt˲gā.tǝ (Milsbeek, ... ), muilen: mø̜̜̄̄lǝ (Loksbergen), mǫwlǝ (Bilzen), onderoven: ǫndǝrōvǝ (Sint-Truiden), ovengaten: ōvǝgātǝ (Panningen), ovenspijpen: ǭvǝspī̄pǝ (Elsloo), pijpen: pī̄.pǝ (Nunhem), pī̄fǝ (Bocholtz), pilaartjes: pilē̜rkǝs (Bilzen  [(soort verticale schoorsteentjes: gebouwd met de vormelingen ter hoogte van kruispunten van jachten)]  ), stookgaten: štōk˲gātǝ (Panningen), stookloker: štǭxlø̜xǝr (Kerkrade  [(enkelvoud: štǭxlǭx: aan de onderzijde van de oven)]  ), trekloker: trę ̞klǭkǝr (Klimmen), vuurmonden: vȳrmønj (Sittard  [(enkelvoud: vȳrmontj)]  ) Stookgaten in de zijmuren van de veldoven; bij uitbreiding ook de stookgangen uitgespaard in de inzet, die de verbinding vormen tussen de twee monden in de zijmuren. In het begin van de baktijd gooiden de stokers hier hout en turf naar binnen; was de oven heet genoeg, dan werden de monden afgesloten. [N 98, 114; monogr.; N 98, 140 add.] II-8