e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naairing borduurring: borduurring (Eigenbilzen), bordȳrreŋk (Boorsem), bǫrdȳrreŋk (Achel), kleermakersvingerhoed: klērmē̜kǝrsveŋǝrhūt (Bilzen), klērmē̜kǝsveŋǝrūt (Bilzen), naairing: nięjǝręŋk (Grevenbicht / Papenhoven), niǝjręŋk (Eisden, ... ), niǝreŋk (Gulpen, ... ), niɛreŋk (Rothem), nējreŋk (Voerendaal), nēreŋk (Nieuwstadt), nēǝreŋk (Born), nē̜jreŋk (Venlo), nē̜reŋk (Lutterade), nęjre.ŋk (Tungelroy), nęjreŋk (Blitterswijck, ... ), nęjrēŋk (Altweert, ... ), nęjǝręŋk (Echt), nęǝreŋk (Lutterade), nīreŋk (Doenrade), nɛjreŋk (Achel, ... ), nɛ̄jreŋ (Meijel, ... ), nɛ̄jreŋk (Bocholt, ... ), nɛ̄jrēŋk (Neerpelt), nɛ̄reŋk (Doenrade), nɛ̄ręŋk (Herderen), ring: reŋk (Maasmechelen), ręjnk (Maasmechelen), speldenring: spɛlǝreŋk (Houthalen), vingerbeschermer: veŋǝrbǝšęrmǝr (Schinnen), vingerring: veŋǝrreŋk (Bleijerheide) Kleermakersduimring, ook door vrouwen wel gebruikt bij haken en festonneren. De kleermakersnaairing is, in tegenstelling tot de vingerhoed die de naaisters veel gebruiken, een van boven open vingerbeschermer. De naairing is een hard metalen ring gevoerd met tin of zink en aan de buitenzijde voorzien van kleine of diepe putten tegen het afglijden van de naald (Gerritse, pag. 26; Papenhuyzen III, pag. 8). Men duwt met de naairing de draad door de stof en draagt deze aan de middelste vinger van de rechterhand. De informant van K 361 merkt op dat de naairing aan de duim gedragen wordt. Zie afb. 12. [N 59, 14; N 62, 67a; N 62, 67b; Gi 1.IV, 61; monogr.] II-7