e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
offergeld geld: geldj (Horn), geld voor de offerblok: geld veur dn offerblok (Maastricht), geld voor te offeren: gɛlt vør te oͅfərə (Meijel), geldoffer: reeds gespendeerd  et gÚɛ̄ltòffer (Montzen), godshouder: vroeger stak men de godshalter in het offerblok, dit was een muntstuk dat uitbetaald werd bij de handel van vee bij overeenkomst van de handel. tot het vee betaald werd of afgehaald  godshalter (Vijlen), kaarsengeld: kaertsegeld (Valkenburg), kerkcent: kerekcent (Maastricht), kerkencent: kerkecent (Oirlo), kerkgeld: kèrĕkgeld (Maastricht), offer: offer (Bocholt, ... ), ten offer (Stokkem), offercenten: offercente (Geleen), offercenten (Blitterswijck), offersente (Montfort), offergeld: et òffergeld (Tongeren), offergeld (America, ... ), offergeldj (Echt/Gebroek, ... ), offergelds (Boorsem), offergeldsj (Stokkem), offergeljd (Neerbeek), offergeljt (Holtum), offergelt (Meerssen), offergèltj (Doenrade), offergèèld (Sint-Martens-Voeren), offergéltj (Geistingen), offerjeld (Chèvremont, ... ), offërgeld (Hoeselt), oggergeld (Maastricht), oͅfərgēͅlt (Tessenderlo), r offergeljd (Schinnen), t offergeld (Klimmen, ... ), t offergeldj (Lutterade), òffergeld (Gulpen), òffergèlt (Nieuwenhagen), əfərgèljtj (Schinnen), #NAME?  offergèlt (Sint-Truiden), nog te spenderen  et òffergɛ̄lt (Montzen), totaal bedrag in de offerblok  offergelt (Sint-Truiden) Het geld dat men in het offerblok stopt [offergeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3